Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Het College van B&W van de gemeente Horst aan de Maas blijft treuzelen in het nakomen van haar verplichtingen met betrekking tot de controle op de Intensieve veehouderij (IV). In de gemeenteraadsvergadering van 7 september 2021 werd dat aan de orde gesteld door SP-raadslid Michael Van Rengs. Hij vroeg waarom het college van B&W een snellere alternatieve aanpak die Behoud de Parel had voorgesteld niet overnam. Het antwoord van de verantwoordelijk wethouder stelde teleur. B&W blijft bij haar eigen – trage – aanpak.

Al in december 2020 schreef Behoud de Parel in een brief aan B&W met de vraag om haast te maken met de uitvoering van wettelijke taken ter bescherming van natuur, klimaat en de leefomgeving in het algemeen. De vereniging doelt dan met name op de taak om bedrijven te controleren op het gebruik van de zogenaamde Best Beschikbare Technieken (BBT) die voorgeschreven zijn op basis van de zogenaamde IPPC-voorwaarden. Daarnaast moet de vergunning van de bedrijven ook geactualiseerd worden naar de stand van de techniek, waardoor elke stal van een luchtwasser voorzien zou moeten worden. Met die taak had de gemeente al in februari 2021 klaar moeten zijn. In haar antwoord op de brief stelt B&W nog zo’n vier tot vijf jaar nodig te hebben om haar verplichtingen na te komen. Na die brief volgt een gesprek tussen enkele wethouders en ambtenaren van de gemeente en Behoud de Parel. In dat gesprek presenteert Behoud de Parel een alternatieve aanpak, waardoor de verplichting veel sneller gehaald kan worden. Verantwoordelijk wethouder Beurskens zag te veel beren op de weg als de alternatieve aanpak van Behoud de Parel toegepast zou worden. Hij wees dat plan dan ook af. Korte tijd later stuurde hij een raadsinformatiebrief naar de gemeenteraad, waarin hij een aantal scenario’s schetste over de wijze waarop de controle uiteindelijk wél uitgevoerd zou worden, zodat de gemeenteraad kon kiezen welk scenario B&W uit zouden moeten voeren. De alternatieve aanpak van Behoud de Parel werd echter vreemd genoeg niet mee genomen in de raadsinformatiebrief. Reden voor Behoud de Parel om de raad zélf via een brief te informeren over de alternatieve aanpak.

In de gemeenteraadsvergadering van 7 september waren zowel de raadsbrief met de scenario’s van B&W om de controle van IV-bedrijven aan te pakken, als de brief van Behoud de Parel op de agenda geplaatst. De SP vroeg verantwoordelijk wethouder Beurskens waarom hij de door Behoud de Parel aangedragen alternatieve methode bij de controle van bedrijven uitsloot. Het antwoord van de wethouder: “Het aanschrijven van de bedrijven en hen verzoeken zelf actie te ondernemen is in de toekomst wellicht een uitvoerbaar scenario. Hiervoor moet echter eerst de basis wat betreft vergunningenverlening en handhaving verder op orde zijn. Dit is één van de doelstellingen uit de visie veehouderij en het project actualisatie IPPC bedrijven. Verder blijf je als gemeente de verantwoordelijkheid houden voor een vergunning die past in de situatie. Het blind varen op een papieren werkelijkheid is daarbij risicovol. Het blijft dus wenselijk om voor een goede vergunningverlening de bedrijven te bezoeken. De werkwijze (die Behoud de Parel voorstelt, red.) zorgt in de breedte voor een versnelling omdat de bedrijven alvast aan de slag gaan, maar onder aan de streep zal nog steeds vergund en gecontroleerd moeten worden. In de toekomst is dit dus zeker een realistisch en goed scenario maar nu is het nog te vroeg hiervoor. Het voorstel dat wordt gedaan door Behoud de Parel leidt, gezien de actieve houding die het college inmiddels heeft ingezet dus voor nu niet tot een grotere versnelling. Om voornoemde reden zetten wij de ingezette lijn, zoals in de RIB voorgesteld voort”.

Het vreemde aan dit antwoord is, dat de alternatieve methode van Behoud de Parel om de controle juist sneller te laten verlopen, niet afgewezen wordt, maar uitgevoerd zou kunnen worden ná de trage methode die de gemeente wil toepassen. Daarmee wordt het paard achter de wagen gespannen, volgens de woordvoerder van Behoud de Parel, Paul Geurts. Toepassen van de methode van Behoud de Parel heeft eerder al bewezen dat het werkt. De Provincie Limburg heeft die methode met succes toegepast bij de actualisatie van de vergunning van Ashorst (naar aanleiding van klachten uit de buurt over stankoverlast). Door ambtelijke aanpassingen is de ammoniakuitstoot bij Ashorst teruggebracht van 12.500 kg ammoniak per jaar naar 5500 kg ammoniak per jaar. Ashorst bewijst dat de techniek beschikbaar is voor de boer, maar het gaat erom of ondernemers willen investeren en of de overheid dat oplegt. De middelen die leiden tot innovatie zijn er, maar ze worden nog niet toegepast op alle stallen.

De voorzitter van Behoud de Parel, André Vollenberg, stelt dat de wijze van organiseren bij de gemeente heel inefficiënt is en gaat gepaard met het verder opschuiven van waar het om gaat. Vollenberg: “De gemeente heeft niet de personele bezetting en daarom wordt het uitbesteed. Zij vaart dan op nog aan te trekken kwaliteiten die waarschijnlijk niet waargemaakt kunnen worden. Over jaren zal de situatie zich daarom herhalen. In de raadsinformatiebrief geeft het college van B&W aan dat zij op termijn in het kader van de RUD (de regionale Uitvoeringsdienst) de actualisatie wil realiseren. Maar feitelijk wordt de RUD gevormd door de mensen die door de aangesloten gemeenten zélf geleverd worden. Dus ook door Horst aan de Maas. Rekenen op steun van de RUD is dus rekenen op jezelf. Je kunt pas écht een beroep doen op de RUD, als het een organisatie wordt die onafhankelijk sstaat tegenover de gemeente, zodat niet de slager steeds gedwongen wordt zijn eigen vlees te keuren".
 
Behoud de Parel gaat ervan uit dat boeren in principe hun zaken volgens de vergunning op orde hebben. Dan kan de huidige vergunning als uitgangspunt genomen worden. Dat zou betekenen dat de vergunning ambtshalve snel aan te passen is en aan de boeren als concept voorgelegd kan worden. Daarmee is de toepassing van de methode van Behoud de Parel voor een deel gebaseerd op vertrouwen in de betreffende boeren, waarbij uitgangspunt is dat die boeren de door IPPC opgelegde verplichtingen nakomen. Zeker als de gemeente hen wijst op de tekorten in de vergunning. Het is vreemd dat de gemeente - die feitelijk de boeren tot nu toe geen strobreed in de weg heeft gelegd - nu ineens die boeren niet meer vertrouwt. Maar buiten dat - het gaat Behoud de Parel er toch vooral om dat de door haar voorgestelde methode de enige manier is om snel meters te maken zonder nieuwe plannen van de ondernemers tegemoet te zien. Wat nu zal gebeuren is – bij het toepassen van de methode van B&W - dat bij de controles wel of niet afwijkingen van de vergunningen geconstateerd worden.

Zijn er geen afwijkingen dan zegt dat nog niets. Want dan zal er toch geactualiseerd moeten worden. Dat wil zeggen dat de beste beschikbare technieken voorgeschreven en gebruikt moeten worden door het IV-bedrijf. Als blijkt dat er aanpassingen nodig zijn, zal de ondernemer het gesprek aangaan om de veestapel uit te breiden en dat zal dan nog meer tijd vragen. En wat nog belangrijker is: het zal leiden tot een uitbreiding van de veestapel, terwijl juist een reductie nagestreefd zou moeten worden, willen we de milieuoverlast van deze bedrijven kunnen beteugelen. In het geval dat er bij de controle overtredingen op de bestaande vergunningen worden geconstateerd, dan zal (zo wijst de praktijk uit) niet direct handhavend worden opgetreden door de gemeente, maar zal de gemeente in overleg gaan met het IV-bedrijf over hoe dit met een nieuwe vergunning te legaliseren is. Ook dát zal leiden tot uitbreidingsvragen! Zonder dat de overtreders worden aangepakt!

Volgens André Vollenberg is de methode van Behoud de Parel veel sneller en beter. De vergunningen kunnen na overleg over een concept ambtelijk aangepast worden en daarna (na de gebruikelijke termijn waarbinnen de stukken ter inzage liggen en de begunstigingstermijn) gecontroleerd en gehandhaafd worden. Dan kun je snelheid maken en kunnen relatief onervaren ambtenaren onder leiding van een expert het werk doen en zo zelf deskundige worden. Wethouder Beurskens (Essentie) kiest echter zijn eigen trage weg waardoor onnodig veel tijd verloren gaat voor de juiste technieken geïmplementeerd zijn. Of hij dit doet om tijd te rekken of denkt de boeren te beschermen, wat eigenlijk tegen hen werkt, wordt niet duidelijk. Wel is het dezelfde soort vertragingstechniek die wethouder Tegels gebruikt bij zijn zogenaamde Visie veehouderij (lees hier het artikel met commentaar van Behoud de Parel op die Visie). Het schiet geen meter op en zo lossen we de problematiek binnen de intensieve veehouderij nooit op, aldus André Vollenberg.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel