Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is een plan om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Maar tegelijkertijd is het plan er op gericht grote ruimtelijke projecten in Nederland mogelijk te houden. Het NSL bevat maatregelen die zo zijn opgesteld, dat de negatieve effecten van de ruimtelijke projecten gecompenseerd worden. Uiteindelijk doel van het NSL is te voldoen aan de Europese grenswaarden voor fijn stof (PM10) van 2011 en stikstofdioxide (NO2) van 2015. Daarmee is het NSL feitelijk de leidraad voor het beleid ivoor alle overheden van hoof tot laag. Minpunt: voor PM10 (let wel: PM2.5, dat nog veel schadelijker is voor de volksgezondheid, staat er niet bij!, red.) hanteert NSL nog steeds achterhaalde grenzen. Voor de uitvoering van de plannen is voor 2018 een budget beschikbaar gesteld van € 198 miljoen.

Staatssecretaris Van Veldhoven heeft de Tweede Kamer een ontwerpbesluit toegestuurd met daarin de aanpassing van het NSL Hetzelfde ontwerpbesluit is aan de Eerste Kamer gestuurd. De staatssecretaris schrijft over het besluit: "In Nederland is er op een aantal plaatsen nog sprake van knelpunten, die vragen om een gezamenlijke inzet van het Rijk en gemeenten. Met de aanpassing van het NSL 2018 realiseren we een versnelling in het oplossen van deze laatste knelpunten. Ik verwacht op basis van de prognoses dat met het aanvullende pakket ook de laatste overschrijdingen voor stikstofdioxide uiterlijk in 2018 teniet zijn gedaan. Daarmee zijn alle binnenstedelijke knelpunten opgelost".

Op dit ontwerpbesluit ten behoeve van het NSL heeft onder andere Max 5 Odeur (waar Behoud de Parel onderdeel van uit maakt) in mei 2018 een zienswijze ingebracht. Belangrijkste reden om een zienswijze in te dienen was dat het NSL vooral ging over de luchtkwaliteit in een handvol steden (en was m.n. gericht op verkeer). In totaalzijn zienswijzen ingediend door 85 respondenten, waarvan 45% particulieren. Daaronder werkgroepen en instelingen zoals Max 5 Odeur, Milieu Defensie en de pluimveehouderij. Meer dan de helft van de ingebrachte zienswijzen is afkomstig uit agrarische regio's.

De zienswijzen leiden er toe dat het definitieve besluit nog enigzins is aangepast. De staatssecretaris schrijft: "De fijnstofknelpunten rond veehouderijen worden zo snel mogelijk, doch uiterlijk in 2023 opgelost. Het merendeel van de fijnstofknelpunten zijn op te lossen met het treffen van gerichte maatregelen bij veehouderijen. Hiervoor zijn bestaande technieken beschikbaar. Voor een enkel geval moet de oplossing hoogstwaarschijnlijk gevonden worden in verplaatsing van het bedrijf. Dit vergt meer tijd. De resterende fijnstofknelpunten doen zich nog voor rond een aantal veehouderijen in Nederweert en Someren. Beide gemeenten maken gebruik van de mogelijkheid om op grond van de Crisis- en herstelwet een aanvraag in te dienen. Dit is nodig om de knelpunten rond veehouderijen te kunnen aanpakken. De komende periode overleg ik met de gemeente Nederweert en Someren over de uitwerking van de aanpak" (zie verder de stukken van de Tweede Kamer). Jammer genoeg hanteert de aangepaste NSL nog steeds op punten achterhaalde normen. Wel zijn nu de - veel strengere - WHO- normen in een enkele regel in het NSL opgenomen. En ook bekende probleemgebieden in agrarische regio's, zoals Nederweerd, worden nu wel genoemd. Hoe klein ook, naar de mening van Behoud de Parel zijn deze stapjes van belang om uiteindelijk een regeling te krijgen die de bevolking daadwerkelijk beschermt tegen de schadelijke gevolgen van slecht luchtkwaliteit voor de gezondheid van mensen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ter informatie bijgaand citaten uit de bijlage bij de Nota van antwoord (op de zienswijze van onder andere Behoud de Parel) van 25 juni 2018:
Met betrekking tot de veehouderij (pagina 27-33) heeft Max 5 Odeur gesteld dat vastgehouden wordt aan verouderde EU-normen. De mening van de staatssecretaris dat in landbouwgebieden nergens de PM2.5-norm overschreden wordt en daarom geen maatregelen behoeven tegen PM2.5 wordt afgewezen. De reactie van de staatssecretaris: "De aanpak van de resterende knelpunten in Nederweert en Someren vergt onder meer het beschikbaar stellen van een juridisch instrumentarium en overleg met de betrokken veehouders. Het beleid is ten aanzien van de veehouderij-gerelateerde knelpunten tot op heden meer gericht geweest op stimulering van emissie-reducerende maatregelen in plaats van het oplossen van knelpunten. Dat heeft ook resultaat opgeleverd. In de Aanpassing NSL 2018 gaan we uit van 23 overschrijdingen rond 17 veehouderijen . Inmiddels is duidelijk dat voor de resterende knelpunten rond veehouderijen een dwingende aanpak, inclusief juridisch instrumentarium, nodig is".

Door Max 5 Odeur is gesteld dat de focus te veel lag op een handvol steden en alleen op fijnstof en stikstof. Terwijl volgens Max 5 Odeur voor het bepalen van de knelpunten bij veehouderijen een vergelijkbaar afwegingskader als bij NO2 (stikstofdioxide) wenselijk is. De reactie van de staatssecretaris: "Van belang is te benadrukken dat voor het oplossen van de NSL-knelpunten rond veehouderijen maatwerk in overleg met de betrokken partijen nodig is. Waar nodig betrek ik deskundigen. Mijn uitgangspunt is emissiereductie om de knelpunten rond veehouderijen op te lossen. In de gevallen waarin dit niet leidt tot het oplossen van een knelpunt, wordt gekeken naar andere mogelijkheden, zoals het verplaatsen van een veehouderij of een woning. Ook hier is maatwerk in overleg met betrokken partijen nodig".

Door Max 5 Odeur is gesteld dat nieuwe pluimveestalconcepten (die fijnstofemissies daadwerkelijk terugdringen - door middel van scheiding van functies) nog op zich laten wachten. De reactie van de staatssecretaris: "Het concept-kabinetsbesluit Aanpassing NSL 2018 bevat in bijlage 4 een overzicht van een aanzienlijk aantal fijnstofemissiereducerende technieken bij pluimveehouderijen. Naar verwachting zullen innovatieve ontwikkelingen de komende jaren leiden tot het beschikbaar komen van meer technieken. Ik verwelkom het aanbod om in Limburg binnen vier jaar te komen tot een reductie van 30% bij alle (leg)pluimveebedrijven ten opzichte van gangbaar. Echter, in februari 2017 zijn Europese conclusies over BBT gepubliceerd. Op grond hiervan moeten bevoegde gezagen ervoor zorgen dat bestaande IPPC14-pluimveehouderijen (vanaf 40.000 plaatsen) uiterlijk in februari 2021 emissiereducerende BBT-maatregelen voor fijnstof hebben genomen".

In een van de zienswijzen wordt gevraagd om eenduidigheid en transparantie in de invoer en berekening van de NSL-monitoring. In een andere zienswijze wordt gepleit voor de opzet van een publiek inzichtelijk monitoringssysteem, met een duidelijke rol voor burgergroepen. De reactie van de staatssecretaris: "Ten behoeve van de monitoringsronde 2018 zijn gemeenten geïnstrueerd wat van hen aan invoer wordt verwacht. Burgergroeperingen hebben, net als andere partijen, toegang tot de monitoringsrapportages. Over de zesde en zevende zienswijze merk ik op dat uit de uitgevoerde knelpuntanalyse blijkt dat pluimveehouderijen dichtbij de betreffende woningen de hoofdbron zijn van alle nog resterende fijnstofknelpunten rond veehouderijen. Mijn reactie op de achtste zienswijze is als volgt. Ammoniak draagt inderdaad bij aan de vorming van secundair fijnstof in een groot gebied, tot over de landsgrenzen. Emissiereductie van ammoniak draagt wel bij aan een generieke verbetering van de luchtkwaliteit, maar biedt op korte termijn geen oplossing voor de NSL-knelpunten in Nederweert".

In enkele zienswijzen wordt gevraagd om uitgebreider op de problematiek van nieuwe knelpunten in te gaan en oplossingen te zoeken. daarop stelt de staatssecretaris: "Ik merk op dat het bevoegd gezag nu al de mogelijkheid heeft om aanvragen voor veehouderijen meer in detail cumulatief door te rekenen. Vervolgens te toetsen aan de fijnstofnormen zoals bij de monitoring plaatsvindt. In de praktijk blijft dit veelal beperkt tot het betrekken van de achtergrondconcentratie bij de toetsing. Die mogelijkheid is ook geen verplichting.Ik ben daarom gestart met de voorbereiding van een wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 die naar mijn oordeel nodig is om het ontstaan van nieuwe knelpunten tegen te gaan. Mijn inzet is de wijze van toetsing bij vergunningverlening aan veehouderijen enerzijds en de monitoring van het NSL anderzijds zo veel mogelijk gelijk te trekken. Dit betekent in de praktijk dat naar verwachting slechts in enkele gebieden met veel pluimveehouderijen en in een beperkt aantal gevallen waarin 2 of meer pluimveehouderijen dichtbij elkaar en dichtbij een woning staan cumulatieve toetsing bij vergunningverlening nodig is. En in andere gevallen is een individuele toetsing met inachtneming van de achtergrondconcentratie afdoende".

In enkele zienswijzen wordt bepleit dat aanpassing wet- en regelgeving noodzakelijk is om knelpunten te kunnen aanpakken, terwijl in een andere zienswijze het tegendeel wordt bepleit.De reactie: "Slechts een klein deel van de grenswaarde-overschrijdingen kan onder de huidige regelgeving worden opgelost. Wijziging van regelgeving is noodzakelijk om de huidige knelpunten rond veehouderijen te kunnen oplossen. Het is noodzakelijk dat bevoegde gezagen in bestaande vergunningen in kunnen grijpen om de overschrijdingen van de fijnstofnorm te kunnen beëindigen en toekomstige overschrijdingen te voorkomen. Het voorstel tot wijziging van de Crisis- en herstelwet waarbij de reikwijdte van deze wet wordt verbreed en waarvan de Minister van Binnenlandse Zaken bij brief van 8 maart 2018 heeft laten weten dit voorstel voor de zomer aan de Tweede Kamer aan te bieden, maakt dit mogelijk".

In het algemeen stelde de staatssecretaris met betrekking tot de ingediende zienswijzen: "Voor het merendeel ondersteunen de reacties mij in mijn voornemen het NSL aan te vullen met een robuust pakket maatregelen om de knelpunten versneld op te lossen. Wel wordt in meerdere zienswijzen getwijfeld aan het feit of het totale maatregelpakket voldoende is om de termijn van overschrijding zo kort mogelijk te houden. De meeste zienswijzen bevatten dan ook voorstellen voor aanvullende of aangepaste maatregelen of bekritiseren voorgestelde maatregelen. De zienswijzeprocedure geeft aanleiding om een maatregel van de gemeente Eindhoven te laten vervallen. Het maatregelenpakket zal hierop worden aangepast".
Meer informatie is te vinden op het internet.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel