Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

SP-statenlid Peter Visser stelde in november 2016 vragen aan het College van Gedeputeerde Staten van Limburg over mogelijkheden om te komen tot vermindering van uitstoot van ultrafijnstof. Daarbij doelde hij zowel op fijnstof afkomstig van verkeer (met name in Zuid-Limburg) en fijnstof afkomstig van de Intensieve Veehouderij (IV) in Noord- en Midden-Limburg.

De vragen die Visser stelde kwamen voort uit een op 11 april 2016 door hem georagniseerde expertmeeting over fijnstof. De resultaten van de expertisemeeting heel kort samengevat luidden, dat fijnstof, vooral ultrafijnstof, in sommige delen van onze provincie een ernstige bedreiging vormt voor de volksgezondheid, dat fijnstof verschillende oorzaken kent, waaronder verkeer over de weg en in de lucht, veeteelt, maar ook industrie. Vanuit milieukundig en medisch oogpunt wordt het wenselijk geacht om de normen voor o.a. (ultra)fijnstof omlaag te brengen omdat de schade aan de volksgezondheid groter lijkt te zijn dan voorheen gedacht. - De provincie heeft verschillende instrumenten om te komen tot verlaging van luchtverontreiniging, waaronder fijnstof.

Op de vragen van SP-woordvoerder Visser heeft GS op 25 januari 2017 geantwoord dat door gedeputeerde Daan Prevoo (SP) in overleg met de universiteit Utrecht (IRAS) initiatief genomen voor een ultra fijnstof meetcampagne om de relatie ultra fijnstof, ammoniak en intensieve veeteelt te onderzoeken (de daaruit voortkomende chemische reactie leidt tot het zogernaamde "secundair fijnstof"). Het onderzoek van de provincie loopt vooruit en is aanvullend op Brabantse onderzoeken. Uit eerder onderzoek van het VGO-onderzoek (Veehouderij Gezondheid Omwonenden) van de Universiteit Utrecht, onder leiding van Dick Heederik, kwam de conclusie naar voren dat secundaire fijnstof uit de veehouderij negatiever is voor de gezondheid dan de uitstoot van auto's (zie ook dit artikel).

Het door de provincie te initiëren onderzoek is fundamenteel onderzoek: met dit onderzoek wil de provincie nader onderbouwen dat de ammoniak die vrijkomt via het mest uitrijden uiteindelijk omgezet wordt tot fijnstof en daarmee tot de helft van de fijnstof concentraties in Europa veroorzaakt. Tot nu werd vooral de industrie en verkeer als fijnstof veroorzaker aangesproken, zoals gebleken is uit onderzoek van de Europese Unie (zie ook hier en hier voor verdere informatie).

Het tijdschema van de meetcampagne is afhankelijk van het mest uitrijden. Dat wil zeggen vroege voorjaar, vanaf februari als er geen vorst meer is, of in september als de mest depots leeg moeten voor de winter.

Op de vraag of GS bereidt is om, aan de hand van de resultaten van het onderzoek indien daar aanleiding toe is, over te gaan tot het nemen van initiatieven die tot maatregelen voor het verminderen van (ultra)fijnstof leiden, antwoord het college dat zij bij het nemen van maatregelen niet verder zal gaan dan het nationaal beleid. Het ondersteunen van (fundamenteel) onderzoek als aanjager van nut-en noodzaak discussies ziet het College van GS ook als belangrijke maatregel in deze.

Voor de antwoorden van het College van GS en de brief van Statenlid Visser: zie de bijlage).

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel