Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op donderdag 3 oktopber 2019 vond bij de Raad van State in Den Haag een zitting plaats in het kader van het hoger beroep van vereniging Behoud de Parel en omwonenden tegen de dreigende stankoverlast van de varkensstallen van Houbensteijn Heideveld, onderdeel van hyet Nieuw Gemengd Bedrijf.

Een delegatie vanuit Grubbenvorst was met zeven personen aanwezig tijdens de zitting van de Raad van State. Zij wonen en/of werken allemaal  in de directe omgeving, zo'n 125 tot 250 meter van de nieuwe mestvarkenstal af. De omwonenden waren bij de zitting aanwezig om hun belang nog eens te onderstrepen en Valentijn Wösten te ondersteunen die Behoud de Parel en de omwonenden als raadsman bijstaat in de juridische procedure.

De omwonenden en Behoud de Parel vragen in het hoger beroep aan Houbensteijn om de hoeveelheid varkens aan te passen aan het werkelijke rendement van de luchtwassers. Dat rendement  van die luchtwassers is aanzienlijk lager als aanvankelijk gedacht. Onderzoek heeft aangetoond dat dat rendement maar de helft is van wat oorspronkelijk door de provincie in de vergunning was vastgelegd. Sinds april 2018 is bekend - door het uitgebreide onderzoek van WUR Livestock - dat het type luchtwasser dat bij de varkensstallen van Houbensteijn gebruikt wordt - niet naar behoren functioneert. De conclusie van de onderzoekers: de luchtwassers leveren geen 85% rendement op inzake verwijdering van geur en ammoniak, maar slecht 45% (lees hier het artikel over het onderzoek van Wageningen Universiteit, waaruit is gebleken dat de luchtwassers, zoals die gebouwd worden door Houbensteijn, niet deugen). Wösten bepleitte dan ook voor de rechter van de Raad van State dat Houbensteijn zich bij de start moet beperken tot maar één staldeel, dat gevuld wordt met varkens. Op basis daarvan moet uitgebreid gemeten worden en de resultaten van die metingen moet gecommuniceerd worden vóórdat de hele stal gevuld wordt! Zou de stal toch volledig gevuld worden met varkens,  dan zouden er bij de 45%  uitstootreductie een verveelvoudiging van de toelaatbare geurniveau ’s ontstaan. Waar in de oorspronkelijke berekeningen de uitstoot net onder de wettelijk maximaal toelaatbare grens van 14 Odeur units zou blijven, gaat dit bij de praktijkrendementen van de luchtwassers van Houbensteijn Heideveld naar 35 tot 50 OU voor de direct omwonenden!

De juridische procedure om de dreigende stankoverlast af te wenden, duurt al ruim anderhalf jaar en de bouw van de vleesvarkenstal is nu zover dat er - volgens de planning van Houbensteijn - in november de eerste 6000 dieren in die stallen komen te liggen. Vervolgens wordt volgens het plan in 17 weken de hele stal volgelegd.

De advocaat van Houbensteyn gaf in zijn verweer aan dat de 85% rendementen geen eis meer zijn in de onherroepelijke vergunning die de provincie Limburg heeft verstrekt. Sinds een aanpassing door de minister is die eis naar 45% gezakt. De provincie geeft in haar aangepaste vergunning weliswaar een meetverplichting aan, maar dit is volgens de raadsman van Houbensteijn pas verplicht uiterlijk vier maanden nadat de stal volledig gevuld is met alle 20.000 mestvarkens.  En dan hoeft Houbensteijn slechts (met een zogenaamde inspanningsverplichting) te proberen met extra maatregelen de 85% te benaderen. Raadsman Valentijn Wösten gaf namens Behoud de Parel en de omwonenden aan dat juist door een eerdere uitspraak van de Raad van State de 85% als zelfstandige norm is opgenomen in de vergunning. "Als omwonende zit je simpelweg met de gevolgen en lijk je geen rechten meer te hebben", zo stelde hij. Hij sprake de vrees uit dat handhaving bij deze juridische ‘draak met zeven koppen’ erg lastig zal worden, als Houbensteijn zijn plannen met goedkeuring van de provincie mag uitvoeren. Die handhaving is extra moeilijk omdat ook bij het stankmeetprotocol kritische kanttekeningen te plaatsen zijn. Reden voor de rechter om uitdrukkelijk te vragen of er betere metprotocollen zijn. Maar zover is het nog niet, zo blijkt.

Martin Houben noemt enkele maatregelen die hij wil uitvoeren om de uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof te beperken:een 50% dichte vloer in plaats van 40%, gefermenteerd brijvoer en het koelen van de vloeren, waardoor er onder de vloer minder geventileerd hoeft te worden. Enige navraag en literatuuronderzoek leert echter dat brijvoer leidt tot meer mestvorming en een grotere kans op hokbevuiling. Dit in combinatie met het grotere aandeel dichte vloer zou juist tot méér geurbelasting kunnen leiden! Het koelen van de vloeren is niet negatief, maar gezien het beperkte oppervlakt in verhouding tot de totale stalinhoud zal het effect op de ruimtetemperatuur nihil zijn. Daarnaast heeft Wösten tijdens de zitting opgemerkt dat het hoofddoel van deze maatregelen allereerst een kostprijsverlaging voor de ondernemer is en wellicht is het goed voor het dierenwelzijn en -gezondheid. Maar de maatregelen zijn niet primair gericht op uitstootbeperking. En dat betekent uiteindelijk een enorme en onacceptabele stankoverlast voor de buurt... De Raad van State doet over zo'n zes weken uitspraak.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel