Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Hierbij maken we van de gelegenheid gebruik om onze visie en opmerkingen ten aanzien van het Nieuwe Gemengde Bedrijf in Horst aan de Maas in te dienen als reactie op de Starnotitie die door de provincie Limburg is vrijgegeven op 13 oktober 2006.
Wij hebben ons op de hoogte gesteld door het bijwonen van de voorlichtingsbijeenkomsten van de gemeenteraad in Horst op maandag 6-11-2006 in het gemeentehuis, en de algemene voorlichtingsavond in Horst op 8-11-2006 in de Oude Lind in Horst. Verder hebben we de startnotitie gelezen en kennis genomen van het verslag van het interpellatiedebat in de gemeenteraadsvergadering op 16-11-2006 te Horst aan de Maas.

In de notitie leggen we onze visie, opmerkingen en vragen neer aan de hand van de hoofdstukken van de startnotitie t.a.v. milieu-effecten, ruimtelijke ordening, woon-en leefomgeving en natuur.

Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Aanleiding.
- Het starten van het Nieuwe Gemengde Bedrijf (NGB) met 35000 varkens en een miljoen kippen en de voortvarendheid waarmee dit initiatief wordt opgepakt, vraagt een degelijk onderzoek op grond van duurzame ontwikkeling van deze landbouwactiviteit en de agro-industriële ontwikkeling van slachterij, mestvergisting of compostering/verbranding. Hierbij dient de duurzaamheidscan (LEI) op de agroparken te worden toegepast, waarbij de centrale gedachten bij de duurzaamheidsproblematiek zijn dat sociaal-culturele, ecologische en economische doelen in onderlinge samenhang worden gerealiseerd.
Hierbij gaat het om de triple-P van people, planet en profit. Kortom hoe verhouden zich de activiteiten t.o.v. de mensen , de dieren, de aarde en het milieu en leefomgeving. Dit willen we in grote lijnen in deze notitie toelichten. 1.2 Doel en procedure van m.e.r.
- Het Nieuw Gemengd Bedrijf omvat een varkensbedrijf, pluimveebedrijf en een verwerkingsinstallatie van mest. In de startnotitie wordt het ten onrechte ‘gemengd bedrijf’ genoemd. In eerste instantie willen we hierbij aantekenen dat een gemengd bedrijf kringloopsgewijs werkt, door gebruik te maken van zelf verbouwd veevoer in eigen regio en grondgebondenheid , waarbij de mest van het vee op eigen grond of in de buurt kan worden afgezet. Hierdoor blijven aantallen dieren en mest (mineralen) in evenwicht met de oppervlakte grond. Daardoor kan import van veevoer (mineralenstroom) uit Brazilië en andere landen ingeperkt worden en kunnen boeren wereldwijd hun eigen voedsel verbouwen en wordt ontbossing voor grootschalige monoculturen van o.a. soja (voor veevoer) tegengegaan. Op deze manier is het vergisten, composteren en verbranden van mest overbodig en zijn investeringen in dure installaties overbodig. Bovendien blijft na het vergisten evenwel digestaat van mest over voor afzet. In de besluitvorming van het bevoegd gezag over de m.e.r. procedure zal men met deze globale ontwikkelingen rekening dienen te houden.

Hoofdstuk 2: Het voornemen
2.1 Voorgenomen activciteiten en doelstellingen.
- De vraag is of het opwekken van energie als doelstelling kan worden opgevoerd voor o.a. het nabij gelegen tuinbouwgebied in Californië (maximaal haalbare kringloopsluiting ?). De nieuw te bouwen kassen kunnen volgens de nieuwe technologie zo gebouwd en ontwikkeld worden, dat ze geen energie nodig hebben en zelfs energie opleveren en meer profiteren van zonne-energie.
Onderzocht dient te worden wat de economische haalbaarheid van een biogasinstallatie is t.o.v. de resultaten van energielevering.
- Er zullen zeker ernstige problemen ontstaan bij de bewaring en verwerking van biomassa. Men heeft te maken met een (onoverkomelijke) grote hoeveelheid kadavers, mest, slachtafval etc. waar ongedierte en stank voor een enorme overlast zullen zorgen.
- De sanering van locaties van Kuipers Kip in Noord Brabant in het kader van de reconstructieplannen aldaar leiden tot oplossingen voor natuur en kwetsbare gebieden. De vraag is waarom het betreffende bedrijf uit Noord Brabant op een zo grootschalige manier zich in Noord Limburg moet gaan vestigen, waardoor de problemen hier sterk vergroot worden . De verplaatsing van bedrijven vanwege realisering en bescherming van natuur elders, zal in Horst aan de Maas een enorme druk geven op die ruimte die aangewezen is als ontwikkelingsgebied. Hierover dienen de gemeente en provincie maatstaven en voorwaarden aan te geven wat betreft schaalgrootte van bedrijven en consequenties, in verband met de draagkracht van het gebied. Bovendien zou de gemeente de gezinsbedrijven voorrang moeten geven die binnen de eigen gemeente verplaatst moeten worden vanwege reconstructie- en herinrichtings-en bestemmingsplannen.
- De maximale haalbare milieuwinst die men beoogt, wordt teniet gedaan door de enorme toename van transport. Transport van veevoer, afvoer mest, compost, slachtvarkens ( 60.000 per jaar, 1200 per week, is ruim 200 vrachtwagens per jaar)
Verder zal de toename van transport het verkeer in Noord Limburg verder doen dicht slibben en zullen de aan-en afvoerwegen naar de bedrijven overbelast worden en zal de verkeersveiligheid afnemen (van het nu nog relatief rustige platteland).
- De maximaal haalbare winst van dierenwelzijn is veel minder dan voorgesteld in de startnotitie. De dieren moeten evengoed verplaatst worden naar andere stallen. Door het houden van zoveel dieren, zal bij de mensen die er werken meer vervreemding t.o.v. de dieren optreden, waardoor de zorg voor de dieren sterk kan verminderen. Verder zal de ziektedruk vergroot worden en bij uitbraak van besmettelijke ziekten een aanzienlijke ruiming moeten plaats vinden, tenzij het vaccinatiebeleid en de afzet van gevaccineerd vlees voldoende is gewaarborgd. (Onlangs is echter de enting voor de ziekte van Aujesky opgeheven in ons land). Afgelopen jaren is juist gebleken dat door inkrimping van intensieve veebedrijven de ziektedruk verminderd is, waarom dan nu weer zo’n uitbreiding en intensivering in gang zetten?
- We tekenen bezwaar aan tegen het zgn. opwaarderen van afvalstromen (blz 8) zoals genoemd wordt.Dat zou inhouden dat bij het streven van afzet van mest buiten de Nederlandse landbouw - als voorwaarde- om dan 50% van de dierplaatsen te mogen realiseren, zonder het verwerven van dierrechten. Deze toekenning van extra dierrechten staat haaks op de ontwikkelingen van inkrimping, beëindiging etc. Het is een onrechtvaardige maatregel t.a.v. andere bedrijven die de dierrechten duur moeten verwerven bij uitbreiding van hun bedrijf .
- Het doel om economische activiteiten van betrokken ondernemers te vergrootten, roept veel vragen op omtrent de overproductie van kippen- en varkensvlees, dit in samenhang met prijsvorming (lage prijzen) en afzet in binnen-en buitenland (verstoring marktevenwicht).
Onderzoek hiernaar is noodzakelijk en moet in verband gebracht worden met maatregelen die na de varkenspest van 1997 door de overheid genomen zijn.
Zoals de inkrimping van 10% en de opkoopregeling van 4000-5000 intensieve veehouderijbedrijven in de zandgebieden waaronder Noord Limburg. Dit alles met het doel evenwicht te brengen in mest en grond, verbetering van milieu en afzet van vlees (betere prijs). En als sociale maatregel voor bedrijven.
2.2.Locatiekeuze.
- We zijn van mening dat door de vestiging van deze mammoetbedrijven het aangewezen ontwikkelingsgebied meer dan overbelast wordt, waarbij de nu nog schaarse open ruimte grotendeels verdwijnt. Op de eerste plaats moet rekening gehouden worden met de aanwezige bedrijven en de voor hen duurzame ontwikkelingen en activiteiten en inkomen voor de toekomst. Tevens zou er planschade op kunnen treden voor de burgers die zich in woningen in het buitengebied hebben gevestigd, en nu benadeeld zouden worden door deze agro-industrie.
2.3 Planologische regeling.
- Bij de integrale herziening van het bestemmingsgebied buitengebied dient men de toetsingscriteria en voorwaarden opnieuw te overwegen, zodat alle argumenten - voor en tegen- het al of niet vestigen van deze grootschalige monsterbedrijven worden meegewogen. De gemeente en provincie dienen hiertoe verstandige visie- en beleidslijnen uit te zetten t.a.v. de beoogde ontwikkelingsgebieden in Horst aan de Maas en andere locaties in Noord- en Midden Limburg.

Hoofdstuk 3. Huidige situatie en effectbeschrijving.
3.1. Huidige situatie en autonome ontwikkeling.
- Jarenlang heeft men door het ingezette mest- en ammoniakbeleid (vanaf 1980) de mestproblematiek kunnen terug dringen, vooral in de zandgebieden van Noord Limburg en Oost Brabant. De grond- en waterkwaliteit is hierdoor sterk verbeterd. De vestiging van het NGB zal opnieuw problemen veroorzaken.
3.1.2 Natuur en depositie ammoniak.
- De te vestigen bedrijven zijn naar onze mening te grootschalig en de gevolgen maken natuur en omgeving opnieuw kwetsbaar.
Na de uitvoering van de Landinrichting en Ruilverkaveling (Melderslo en Sevenum) en de uitbreiding van de natuur in Horst en omgeving is het erg tegenstrijdig om deze positieve ontwikkeling op deze manier teniet te doen en deze nieuwe cultuurhistorische waarden te verkwanselen. Bovendien is het een belediging voor de boeren die jaren hebben gewerkt aan terugdringing van ammoniakuitstoot door inkrimping van de intensieve veehouderij en aanpassing van stallen.Zij nmoeten nu weer concureren tegen deze zogenaamde effeciënte en zgn. innovatieve manier van produceren in monsterbedrijven.
3.1.4 Woon-en leefomgeving.
- Zoals gebleken uit reacties op de informatiebijeenkomsten zullen bewoners (boeren en burgers) niet blij zijn met de vestiging van kilometers stallen. Het zal de open ruimte vervuilen en genoemde bovenstaande argumenten keren zich tegen de oprichting van het NGB.
- De mensen die in deze bedrijven moeten werken zijn gedoemd tot laagwaardig en eentonig werk in stoffige stallen, waar de kwaliteit van lucht moeilijk op peil te houden zal zijn door de aanwezigheid van fijnstof en stikstofdioxide. Dat zal de gezondheid en welzijn van hen niet bevorderen.
- De geluidshinder zal niet enkel buiten de stallen zijn, maar ook in de stallen. Vrachtverkeer, motoren, afzuiginstallaties e.a. zullen voor veel overlast gaan zorgen.
- De grootschaligheid van bedrijven zal leiden tot nog meer productie van vlees en varkens en kippen, dit heeft overproductie tot gevolg, marktverstoring en lagere prijzen en leidt tot een tragedie voor boeren in Horst en omgeving en elders, omdat het voedsel alsmaar goedkoper dreigt te worden door deze industriële productie.

Hoofdstuk 4. Aanzet tot het MER.
4.1 Alternatieven
- Bij de aanzet tot de MER vragen we met nadruk te overwegen om de plannen tot het vestigen van het Nieuw Gemengd Bedrijf te stoppen,en op zoek te gaan naar het beste alternatief.
- De argumenten in deze notitie bevelen we hiervoor van harte aan.
Ze zijn belangrijk om voor betreffende gezinnen en bedrijven van het Nieuw Gemengd Bedrijf en andere gezinsbedrijven in Horst aan de Maas die hun bedrijf moeten verplaatsen. Om een andere duurzame en alternatieve weg in te slaan waarbij producenten en consumenten kiezen voor een evenwichtig verantwoord landbouwbeleid met toekomst. Ook in de gemeente Horst aan de Maas!

Namens de SP werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg, Paul Geurts (voorzitter) en Riky Schut (secretaris).
Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel