Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Vereniging Behoud de Parel uit Grubbenvorst (gemeente Horst aan de Maas) heeft in een brief aan de Commissie voor de m.e.r. in Utrecht een brief geschreven, waarin ze de onafhankelijkheid van een aantal leden bij de beoordeling van de PlanMER Landbouwontwikkelingsgebied Witveldweg in twijfel trekt. In het LOG Witveldweg zijn onder andere het Nieuw Gemengd Bedrijf (35.000 varkens, 1,2 miljoen kippen, een slachterij, een mestvergister en een composteerderij) en een varkensbedrijf met nog eens 20.000 varkens gepland.

Het is naar de mening van Behoud de Parel van groot belang dat afwegingen en vervolgens beoordelingen voor voorgelegde milieueffectrapportages op een zo onafhankelijk mogelijke wijze tot stand komen en dat de kwaliteit van de afwegingen en beoordeling zo hoog mogelijk is. Vanuit die opvatting heeft Behoud de Parel vraagtekens bij de samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r. ter beoordeling van de PlanMER ten behoeve van het LOG Witveldweg in Grubbenvorst. (gemeente Horst aan de Maas).

Meer concreet betwijfelt Behoud de Parel aan de onafhankelijkheid van twee leden van de MER-commissie. Het betreft de heren M. van Lieshout en M. Pijnenburg. Van Lieshout blijkt te werken bij FG Bedrijfsontwikkeling te Erp, een bedrijf wat veevoeders produceert en in die zin belang heeft bij de Intensieve Veehouderij. Pijnenburg blijkt zeer actief betrokken te zijn bij allerhande adviesbureaus, die ook werkzaam zijn voor bedrijven die onderworpen zijn aan een mer-beoordeling. Diens rol bij de advisering aan de gemeente Groesbeek betreffende een van de beruchtste pluimveehouders van Nederland, versterkt de twijfels over de onafhankelijkheid van de heer Pijnenburg (Lees hier meer over de perikelen rondom de vergunningverlening in Groesbeek).

Behoud de Parel geeft in haar brief ook aan dat het haar verwonderd dat in de Werkgroep van de MER-commissie geen arts, dan wel een medisch milieudeskundige is opgenomen. De vereniging wijst er op dat gezondheid een belangrijk thema is (denk aan het inmiddels in gang gezette onderzoek door onder andere het RIVM in opdracht van LNV en VWS en de golf van diergerelateerde ziekten zoals onder andere de Mexicaanse varkensgriep en de Q-koorts), bij de beoordeling van het LOG Witveldweg.

Reactie MER-commissie
In haar reactie (zie bijlage) gaat de commissie er van uit dat de commissie wel onafhankelijk is. Zij maakt gebruik van deskundigen en het is logisch - zo lijkt de commissie te stellen - dat je dan ook leden hebt, die uit de branche zelf komen.

Wat betreft de gezondheidsaspecten stelt de commissie dat zij - waar dat relevant is - wel degelijk gezondheidsaspecten betrekt bij haar beoordeling. Zij geeft aan dat er nog weinig bekend is over de gezondheidseffecten en verwijst daarom naar het lopende onderzoek van het ministerie naar de gezondheidseffecten van de Intensieve Veeteelt.

Jaarverslag Commissie voor de milieueffectrapportage over 2009
Kijkend naar het jaarverslag van de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) blijkt dat de commissie in meer dan de helft van de gevallen belangrijke tekortkomingen te hebben vastgesteld in de milieueffectrapportages. Zulk een resultaat bevestigd de indruk dat de commissie - zoals ze zelf zegt - een onfhankelijke rol speelt.

De commissie adviseerde in 2009 in Nederland meer op vrijwillige basis dan in voorgaande jaren, namelijk bij ruim 20% van de 333 adviezen. Nieuwe m.e.r.-wetgeving per 1 juli 2010 ruimt een nog prominentere plaats in voor vrijwillige advisering. Met deze vrijwillige advisering en met de uitbreiding van haar kennisfunctie kan de Commissie ook in het nieuwe m.e.r.-stelsel haar bijdrage blijven leveren aan snellere en betere besluitvorming op basis van betere milieu-informatie.

Internationaal blijft de vraag naar ondersteuning door de commissie toenemen. Het accent ligt op capaciteitsopbouw, zowel bij overheden als bij andere m.e.r.-actoren. Nieuwe onderwerpen als klimaatadaptatie en conflictbeheersing vragen aandacht.

In 2009 bracht de Commissie in Nederland 333 adviezen uit. Dit is 10% meer dan in 2008. Bij 80% van de adviezen ging het om verplichte adviezen op basis van wetgeving. Bij 20% ging het om ‘vrijwillige’ adviezen op verzoek van overheden. Dit is een toename ten opzichte van 2008 toen het percentage op 14% lag. Per 1 juli 2010 wordt nieuwe m.e.r.-wetgeving van kracht. Eén van de veranderingen is minder verplichte advisering door de Commissie. De mogelijkheid van ‘vrijwillige’ advisering blijft bestaan. Met deze vrijwillige advisering en de uitbreiding van haar kennisfunctie blijft de Commissie haar expertise en praktijkervaring inzetten ten behoeve van betere en snellere besluitvorming.

Dat de inzet van de m.e.r.-commissie nodig is blijkt uit het feit dat in 2009 bij 56% van de milieueffectrapportages belangrijke tekortkomingen werden geconstateerd. Het MER vormde in die gevallen geen betrouwbare basis voor besluitvorming. Slecht scoorden ,i>bestemmingsplannen buitengebied, intensieve veehouderijprojecten en windenergieprojecten. Bij deze projecten was de beschrijving van effecten op natuur zeer vaak onvoldoende.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel