Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Milieudefensie meldde woensdag met veel bombarie dat op enkele fruitmonsters in het Europees Parlementsgebouw meer gif zit dan wettelijk toegestaan. Het zal wel. Schouderophalen lijkt zo langzamerhand gepast bij het zoveelste persbericht van de club die vrijwel alles wat met land- en tuinbouw te maken heeft ‘schokkend’ of ‘zorgwekkend’ vindt.

Neem het donderdag met de Tweede Kamer besproken en met 100.000 handtekeningen gesteunde burgerinitiatief ‘Stop fout Vlees’. Twee gerenommeerde rekenbureaus beoordeelden het plan, met halvering van de veestapel, een heffing op vlees en structurele staatssteun als belangrijkste pijlers. De conclusies zijn vernietigend. Volstrekt onrealistisch, economisch ver buiten de realiteit. Bij uitvoering wordt alle in Nederland gestopte productie bovendien meteen door het vriendelijk knikkend buitenland overgenomen. Tel uit je milieuwinst.

Klaar, zou je zeggen. Maar nee hoor, Milieudefensie weet het verhaal zo te kleuren dat het lijkt of de planbureaus het als zeer positief hebben beoordeeld. Het meest trieste is dat zichzelf serieus nemende organisaties als Dierenbescherming, Kerk in Actie, Greenpeace, Varkens in Nood en Natuur & Milieu met een grote advertentie in enkele landelijke dagbladen zich klakkeloos achter het plan scharen. Over met de rug naar de samenleving staan gesproken.

Luchtig stappen onze vele hoeders van milieu en dierwelzijn over elke vorm van realisme heen. Daarmee doen ze niet alleen complete beroepsgroepen, maar ook zichzelf te kort. Zodra je als belangenorganisatie blijft zeggen dat iets zwart is, terwijl het bewezen wit is, alleen je eigen waarheid wilt horen, maak je jezelf belachelijk. Belachelijk en ongeloofwaardig. Tegen intensieve vleesproductie? Prima, maar discussieer wel op basis van feiten. Met op emotie gestoelde kretologie en volksmennerij schiet niemand iets op.

Hetzelfde gebeurt momenteel in de discussie over megastallen en varkensflats. Groningen wil, onder luid applaus van milieu- en dierwelzijnclubs, als eerste provincie in Nederland een verbod op grote, intensieve veehouderij. Megamolane bedrijven die de menselijke maat ver te boven gaan, moeten worden geweerd, vindt gedeputeerde Mark Calon.

Wie bepaalt wat de menselijke maat is? Een stal met 40.000 varkens of meer kan veel diervriendelijker zijn dan een stal met een paar honderd varkens. Het gaat niet om de vraag hoeveel dieren worden gehouden, het gaat erom hoé ze worden gehouden. Duurzaamheid heeft niks te maken met eisen aan kwantiteit, alles met eisen aan de kwaliteit van productie. Ook hier vertroebelt de emotie het zicht op de feiten.

Jelle Feenstra (van de Land- en Tuinbouw Organisatie Noord)

Nieuwe Oogst, zaterdag 13 oktober 2007

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel