Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Enige tijd geleden trad een groep van ruim honderd hoogleraren onder leiding van voormalig directeur Roos Vonk van Wakker Dier naar buiten met forse kritiek op het beleid van voormalig minister van Landbouw, Verburg. De minister zou te weinig respect voor natuur, milieu en dierenwelzijn tonen. Inmiddels hebben gesprekken plaats gevonden met het ministerie van ELI, de opvolger van het ministerie van LNV.

Op 17 december jl. is gesproken met Willem Roeterdink van het Ministerie ELI, Onderwerp waren de aanbevelingen uit de petitie ‘Duurzame veeteelt”. Samenvattend is het volgende aan de orde geweest:
1) “De overheid en niet de markt moet verandering sturen”. De overheid stuurt al, maar het is lastig vanwege ‘Europa’. In het Verenigd Koninkrijk zijn bijv. wel maatregelen genomen, maar het gevolg was dat veel meer ‘fout vlees’ vanuit de rest van Europa werd geïmporteerd. Zie verder punt 4.
2) De consumptie van dierlijke eiwitten moet worden verlaagd met minstens 33% in 2020. Het CDA is hierover zeer terughoudend. Het wil mensen niet voorschrijven wat ze moeten eten. Op mijn vraag waarom dat met roken wel kan zei hij: “Dat is een goed onderwerp voor een gesprek.” De effecten van vlees- en zuivelconsumptie op de gezondheid: valt onder een ander ministerie. Op mijn reactie dat er dan ook iemand van Volksgezondheid bij ons gesprek met Bleker moest zijn, zei hij dat dit hem niet haalbaar leek.
3) Alle maatschappelijke kosten van de productie van vlees en zuivel moeten worden verdisconteerd in de prijs. Zie ook punt 1: een vleestax wordt gezien als WTO-technisch niet haalbaar; er is al een burgerinitiatief over geweest en dat is afgeschoten in de Kamer.
4) Nederland moet voortrekker van Europa worden. Dat is al zo; Nederland pleit bijvoorbeeld voor meer regelgeving voor dierenwelzijn, maar treft daarbij landen als Italië en Spanje als tegenstander. We willen niet als enige de regels strenger maken, we willen wel met renovaties en subsidies een diervriendelijker landbouw.
5) Welzijn van dieren moet een centrale plaats krijgen in de veehouderij. Dierenwelzijn wordt gezien als een integraal onderdeel van duurzaamheid. Soms botst het belang van dieren met milieu, bijvoorbeeld als het gaat om ammoniak en weidegang. Er wordt per situatie bekeken wat dan de beste oplossing is vanuit een geïntegreerd perspectief op duurzaamheid.
6) Het gebruik van antibiotica en hormonen in de veeteelt moet verboden worden. De focus ligt al op het terugdringen. Hormonen zijn al verboden, maar er zijn te weinig ambtenaren om verboden te controleren en het ziet er in de huidige situatie niet naar uit dat dat zal veranderen. Om die reden blijft het bij controle door de sector zelf. De branchevereniging van dierenartsen heeft het tot hoofdprioriteit gemaakt. Het beleid zal erop gericht moeten zijn de dieren gezonder en robuuster te maken zodat ze minder geneesmiddelen nodig hebben. Voorbeeld: als je biggen niet zo snel weghaalt bij de zeug als nu gebeurt, worden ze sterker. Hierover zal voorlichting gegeven moeten worden aan de veehouders. Iets anders waarnaar gekeken moet worden: er zijn voor dierenartsen teveel prikkels om veel geneesmiddelen voor te schrijven.
7) Grondgebonden landbouw en gesloten kringlopen in de productie van dierlijke eiwitten moeten het uitgangspunt vormen. Dit is in sommige delen van de melkveehouderij haalbaar, maar voor het grootste deel zal eerder gekeken worden naar andere oplossingen. De mest moet beter gebruikt worden, zodat mineralen en fosfor buiten Nederland weer benut kunnen worden, en voedergewassen kunnen worden gevoed met mineralen uit de veehouderij. Inkrimping van de veestapel en van de export en consumptie is voor het ministerie geen optie (ook om financiële redenen, zie 9). Maar het is wel denkbaar dat Nederland door Europa ertoe zal worden gedwongen. Het gaat in feite om een sociaal dilemma: voor iedereen in de keten zou het beter zijn als de omvang kleiner wordt, maar geen enkele partij wil het vanwege de korte-termijn nadelen. De overheid kan en wil hier niets aan doen met regelgeving omdat het te duur is.
8) De vestiging en uitbreiding van grootschalige veeindustrieën moet aan banden gelegd worden. Vanuit de samenleving is er veel verzet tegen megastallen, maar ze hebben juist ook voordelen omdat ze geconcentreerd kunnen worden op een beperkt aantal locaties.
9) Boeren moeten de kans krijgen het hoofd boven water te houden. Als de veestapel kleiner wordt, moeten veel boeren ander werk zoeken en worden omgeschoold. Het flankerend beleid dat wij hiervoor hebben voorgesteld kan niet door het ministerie zelf betaald worden, en de minister van Financiën zal hier naar verwachting niet aan meewerken in de huidige economische situatie.
10) De ontwikkeling van verantwoorde en smakelijke plantaardige voeding moet worden bevorderd. Er is al sprake van subsidies voor zulke initiatieven onder de noemer Small Business Innovation Research. Dit zou nog aktiever/sterker gestimuleerd kunnen worden.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel