Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Gemeenten en provincies moeten voortaan ook bij kleine bouwprojecten beoordelen of een milieueffectrapportage (mer) nodig is. Tegelijkertijd vervalt de automatische mer-plicht voor grote projecten.

Het nieuwe Besluit milieueffectrapportage, dat 1 april van kracht wordt, volgt op een ingebrekestelling door de Europese Commissie en een arrest van het Europese Hof van Justitie. Blijkens dit arrest handelt Nederland in strijd met Europese richtlijnen door de omvang van projecten te koppelen aan een mer-beoordelingsplicht. Achterliggende gedachte is hierbij dat ook kleine projecten het milieu relatief zwaar kunnen belasten.

Het gevolg is nu dat ook bij kleine projecten voortaan van geval tot geval moet worden beoordeeld of een mer nodig is. Concreet gaat het dan bijvoorbeeld om woningbouwprojecten van minder dan tweeduizend huizen in de bebouwde kom, of om de aanleg van bedrijventerreinen die kleiner zijn dan 75 hectare. Tot nu toe was voor dergelijke projecten geen mer-beoordeling nodig.

Hier staat tegenover dat voor projecten die de genoemde omvang te boven gaan, voortaan geen automatische mer-plicht meer geldt. Het is aan het bevoegd gezag om, op grond van een mer-beoordeling, te bepalen of al dan niet een milieueffectrapportage moet worden opgesteld. De aanleg van wegen die langer zijn dan 10 kilometer, en de bouw van megastallen blijven wel automatisch mer-plichtig.

Bestemmingsplan
In de praktijk zal het nieuwe Besluit mer ertoe leiden dat veel meer merbeoordelingen moeten worden opgesteld. ‘Dan gaat het om een beschrijving van bijvoorbeeld de waarden in een gebied, en de mogelijke effecten van de ingreep. Een mer-beoordeling is een eerste risico-inschatting van de gevolgen van een project’, zegt Veronica ten Holder, directeur van de Commissie mer, desgevraagd.

Bij een mer-beoordeling wordt onder meer gekeken naar de ligging van een project ten opzichte van natuur, cumulatieve effecten, mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid en te verwachten milieuhinder. Als uit het onderzoek blijkt dat er een kans is op ‘belangrijke nadelige milieugevolgen’, dan is een diepgravender milieueffectrapportage nodig.

Ten Holder benadrukt dat het bevoegd gezag ‘eigen afwegingsruimte’ heeft. ‘In meer gevallen dan tot nu toe is het aan de provincie of de gemeente om te bepalen of er wel of geen milieueffectrapportage moet komen.’ Dit kan betekenen dat voor grote projecten, waarvoor in Nederland tot eind maart een automatische mer-plicht geldt, in de toekomst geen milieueffectrapportage hoeft te worden gemaakt. ‘In de praktijk blijft de kans groot dat je bij dergelijke projecten een mer moet opstellen, want aan grotere projecten zijn vaak belangrijke milieugevolgen verbonden. Maar dit zal niet in alle gevallen zo zijn. Als het bevoegd gezag besluit om een mer achterwege te laten, moet dit overigens wel inhoudelijk worden beargumenteerd en gemotiveerd’, aldus Ten Holder.

Als een mer uitblijft, kunnen burgers of andere belanghebbenden bij de bestemmingsplanprocedure in het geweer komen. In het uiterste geval kunnen zij dan naar de Raad van State stappen om te proberen alsnog een milieueffectrapportage af te dwingen.

Kosten
Een mer-beoordeling kost volgens Ten Holder doorgaans 5 duizend tot 15 duizend euro. Doordat aan de ene kant meer mer- beoordelingen nodig zijn, maar aan de andere kant de directe mer-plicht voor grote woningbouwprojecten en bedrijventerreinen vervalt, zijn de financiële gevolgen voor de decentrale overheden volgens Ten Holder moeilijk in te schatten. Als het gaat om het bedrijfsleven, verwacht het kabinet gelijkblijvende of zelfs licht dalende kosten.

De Commissie mer is bij wet ingesteld. Zij geeft adviezen over de kwaliteit van milieueffectrapportages, en adviseert eveneens over de vraag wat voor een op te stellen mer moet worden beschreven of onderzocht. Bij mer-beoordelingen heeft de commissie geen formele rol, maar volgens Ten Holder wordt de commissie wel steeds vaker vrijwillig om advies gevraagd. Daarbij gaat het om onder meer second opinions om te bepalen of voor een project wel of geen mer nodig is.

(Bron: Binnenlands Bestuur, Boudewijn Warbroek, 11.03.11)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel