Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Stikstof is nodig om een groeiende wereldbevolking te voeden, maar vervuilt de lucht, de bodem en het water. Een omvangrijk onderzoek wijst uit dat stikstofvervuiling de Europese burger jaarlijks 150 tot 740 euro kost. Het eerste grootschalige stikstofonderzoek, ENA (European Nitrogen Assessment), zal op maandag 11 april in het Schotse Edinburg worden gepresenteerd.

Volgens het onderzoek, dat door 200 experts uit 21 landen en 89 organisaties werd uitgevoerd, bedraagt de schade door stikstof in Europa naar schatting 70 tot 320 miljard euro, ruim twee keer zo veel als de extra winst die in de Europese landbouw wordt gemaakt door stikstofhoudende meststoffen te gebruiken.

Het ENA is het eerste onderzoek waarin de economische gevolgen van de verschillende gevaren van stikstofvervuiling - ook de bijdrage daarvan aan klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit - voor een geheel continent zijn bestudeerd. Naast algemene gevaren wijst het onderzoek ook aan in welke regio's het gevaar van schade als gevolg van stikstofvervuiling het grootst is. Het rapport biedt EU-beleidsmakers uitgebreide wetenschappelijke informatie over de consequenties van een falende aanpak van de stikstofvervuiling en stelt maatregelen voor die kunnen worden genomen om het probleem te beheersen en het milieu en de volksgezondheid te beschermen.

Belangrijke lessen uit het onderzoek zijn:

Ten minste tien miljoen Europeanen worden mogelijk blootgesteld aan drinkwater met nitraatconcentraties die boven de aanbevolen waarden liggen.
Nitraten veroorzaken toxische algenbloei en doden het mariene leven, vooral in de Noordzee, de Baltische Zee en langs de kust van Bretagne.
Stikstofhoudende luchtverontreiniging door landbouw, industrie en verkeer in stedelijke gebieden verhoogt de fijnstofconcentraties in de lucht, waardoor de levensverwachting in Midden-Europa met meerdere maanden afneemt.
In bossen heeft de neerslag van atmosferisch stikstof tot een afname in de biodiversiteit van ten minste 10% geleid op twee derde van het Europees grondgebied.
De hoofdredacteur van het ENA, dr. Mark Sutton van het Britse Centre for Ecology & Hydrology, zei: "Bijna de helft van de wereldbevolking is voor zijn voedsel afhankelijk van stikstofhoudende meststoffen, en toch zijn maatregelen om de gevolgen van stikstofvervuiling te beheersen noodzakelijk. Mogelijke oplossing zijn een spaarzamer gebruik van meststoffen (ook natuurlijke) en het besluit om minder vlees te eten. We hebben de knowhow om stikstofvervuiling te verminderen, maar moeten deze oplossingen nu overal in Europa op een consistente manier toepassen."

Dr. Hans van Grinsven van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verklaarde als hoofdauteur van de ENA-kosten-batenanalyse van stikstof in het leefmilieu: "De huidige milieukosten van stikstof voor Europa zijn torenhoog. Onze analyses tonen aan dat het financiële voordeel van het beheersen van stikstofproblemen ruimschoots opweegt tegen de kosten van de meeste maatregelen die we kunnen nemen. En dat geldt ook voor de landbouw, zelfs als we rekening houden met de bijdrage van stikstofhoudende meststof aan het inkomen van agrariërs en de voedselproductie."

Bij het tot stand komen van het ENA was er een grote inbreng vanuit de Nederlandse wetenschap en het beleid. Zo hebben het Energieonderzoek centrum Nederland (ECN in Petten), het Planbureau voor de Leefomgeving (Bilthoven) en Alterra (Wageningen UR) hierin een centrale rol gehad, maar waren er ook bijdragen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Universiteit van Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen, Vrije Universiteit Amsterdam en TNO. Deze grote belangstelling voor het stikstofprobleem in Nederland is niet verwonderlijk: Nederland is namelijk één van de meest stikstofintensieve landen van Europa, terwijl het ook voorop loopt met het reduceren van deze stikstofintensiteit - zo zijn de aanvoer van stikstofkunstmest en de emissies van NOx en NH3 sinds 1990 met ongeveer 50% afgenomen - echter, de gestelde doelen zijn nog steeds niet gehaald.

(Bron: Universiteit Wageningen, 11-4-'11)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel