Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Weg met de intensieve veehouderij in Nederland? Juist niet, vindt landbouwexpert Aalt Dijkhuizen. We zijn een voorbeeld voor de wereld. Dat stelt hij in een artikel in Trouw van 3 september 2012. In het artikel stelt hij dat de Intensieve Veehouderij van Nederland in staat is om de honger in de wereld op te lossen en de wereld te voeden. Hij gaat daarbij voorbij aan het feit dat de export van vlees uit Nederland naar landen in bijvoobreeld Afrika er juist toe leidt dat de infrastructuur voor de veeteelt in die landen kapot gemaakt wordt, waardoor de mensen daar zichzelf niet meer kunnen voeden.

In een reactie op de uitspraken van Dijkhuizen stellen hoogleraren Paul Struik, Niels Anten, Edith Lammerts van Bueren, Walter Rossing en Pablo Tittonell (plantenwetenschappen), Lijbert Brussaard, Thom Kuyper (omgevingswetenschappen), Cees Leeuwis, Jan Douwe van der Ploeg en Han Wiskerke (sociale wetenschappen), dat het verhaal van Dijkhuizen geen wetenschappelijke consensus representeert. Ook binnen Wageningen Universiteit lopen de meningen sterk uiteen. Dijkhuizen bedrijft hier geen wetenschap, maar politiek. Hij maakt - ongevraagd - keuzes voor alle wetenschappers van "Wageningen". Hun reactie kunt u hier lezen.

Ook anderen keren zich tegen de door Dijkhuizen geventileerde opvattingen, zoals hier - in een artikel in Trouw - te lezen valt. En de directeur van de Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu, Wouter van der Weijden, schrijft: Op de Universiteit Wageningen en in de media is commotie ontstaan over de jaarrede en een interview van Aalt Dijkhuizen, voorzitter van het College van Bestuur. Dijkhuizen claimde het volgende:
. In 2050 hebben we wereldwijd twee keer zoveel voedsel nodig.
. Daarom moet de landbouw de productie per hectare verdubbelen, dus fors intensiveren.
. Dat kan op een duurzame manier, waarbij per kilo product minder grond, meststoffen, veevoer en energie nodig zijn en minder CO2 wordt uitgestoten.
. Slagen we daar niet in, dan volgt honger.
. Als we in Europa minder vlees gaan eten, heeft dat weinig effect, want de Chinezen gaan juist méér vlees eten.
. De Nederlandse, intensieve landbouw is een voorbeeld voor de hele wereld. "De wereld van straks zal lijken op Nederland."
In deze tijden van fact checking is het goed om deze claims te toetsen op hun waarheidsgehalte en maatschappelijke houdbaarheid.

Dat we in 2050 twee keer zoveel voedsel moeten produceren is niet helemaal waar. Volgens de Food and Agriculture Organization volstaat zestig procent. We hebben dus meer speelruimte dan Dijkhuizen aangeeft. Dat doet weinig af aan zijn claim dat we de productie per hectare drastisch moeten verhogen. Dat kan in de akkerbouw. Niet in West-Europa en delen van China, waar de productie per hectare dicht tegen het plafond zit, maar wel in Afrika, Oost-Europa, Zuid-Amerika en delen van Zuidoost-Azië.

Maar voor de veehouderij is het complexer. Kijken we louter naar de efficiëntie van het gebruik van grond, veevoer, energie en water, dan is intensief vaak superieur. Ook de emissie van CO2 is in principe lager. Anders wordt het als we naar de dieren kijken. Op grootschalige, intensieve bedrijven is de ziektedruk relatief hoog. Dat betekent dat er vaak meer antibiotica worden gebruikt en er meer resistente bacteriën ontstaan die levensbedreigend zijn voor de veehouder, zijn gezin en de consument. Bovendien bestaat er in de samenleving toenemende weerzin tegen het houden van dieren op industriële schaal. Het dier wordt gedegradeerd tot ding. Daarom boekt Wakker Dier succes na succes met zijn acties tegen de plofkip. Dat die kip volgens sommige milieukundigen 'duurzamer' is dan de scharrelkip, legt kennelijk weinig gewicht in de schaal. Logisch, want duurzaamheid is ook een kwestie van acceptatie. Trekken we Dijkhuizens denklijn door, dan zouden we terug moeten naar de legbatterij en dat wil niemand.

Dan het schrikbeeld van de honger. Daar gaat Dijkhuizen te kort door de bocht, want ook als de voedselproductie minder stijgt dan zestig procent zijn er strategieën tegen honger: minder biobrandstoffen produceren; in ontwikkelingslanden voedsel beter bewaren; in rijke landen minder vlees en zuivel consumeren, minder voedsel verspillen en overconsumptie terugdringen; en wereldwijd de welvaart wat gelijkmatiger verdelen.

Dijkhuizen heeft gelijk dat met de welvaart ook de vleesconsumptie zal stijgen. Zijn bewering dat Chinezen amper vlees eten klopt niet (ze eten bijna net zoveel als wij), maar het geldt wel voor India.

Tenslotte Nederland als voorbeeld en gidsland. Dat zijn we tot op zekere hoogte, vooral in de plantaardige sector met zijn zeer hoge producties per hectare. Ook in de veehouderij scoren we goed op efficiëntie, kostprijs, kennisniveau, hergebruik van reststoffen en de exportmarkt. Maar daar staat een reeks problemen tegenover:
. Het mest- en het ammoniakprobleem zijn na dertig jaar pas half opgelost. Op de zandgronden is het grondwater nog fors belast met nitraat.
. De veehouderij gebruikt veel sojaschroot uit Zuid-Amerika, waarvoor een groot natuurareaal is ontgonnen.
. Er is heftige kritiek op het dierenwelzijn. Niet toevallig is Nederland het enige land met een Partij voor de Dieren.
. Het gebruik van antibiotica is in tien jaar compleet uit de hand gelopen en is het hoogste van de EU. Ter vergelijking: de humane gezondheidszorg is juist kampioen
laaggebruik. Dáár zijn we dus wel gidsland. Nu zitten we opgescheept met resistente bacteriën zoals MRSA en ESBL. Pas de laatste jaren loopt het gebruik weer wat terug.
. De Nederlandse veehouderij heeft in dertien jaar maar liefst vijf kostbare epidemieën doorgemaakt: in 1997 de varkenspest, vanaf 1997 BSE, in 2001 MKZ (beide bij koeien), in 2003 vogelgriep en in 2007-2009 Q-koorts (bij geiten). Totale kosten: 4 à 5 miljard euro. Plus dodelijke slachtoffers: 25 van de Q-koorts en een onbekend aantal van MRSA en ESBL.

Hoe kan Dijkhuizen gezien deze problemen Nederland tot gidsland uitroepen? Hij had beter tegengas kunnen geven tegen het gebruik van antibiotica, maar liet dat na. Op dit terrein kan de wereld maar beter niet op Nederland lijken. Nederland kan best weer gidsland worden, maar dan moeten we, met steun van Wageningen, de veehouderij echt duurzaam maken. Kritiek moet dan niet worden gezien als bedreiging, maar als kans om te innoveren en voorop te lopen. Het gaat dan niet alleen om efficiëntie, maar ook om dierenwelzijn, bioveiligheid en maatschappelijke waardering. Hoe intensief de veehouderij dan wordt, zien we later wel.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel