Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

's-Hertogenbosch - Uit onderzoek van de provincie Brabant blijkt dat veel luchtwassers niet goed werken. Eén op de 6 intensieve veehouderijen met één of meer luchtwassers in Brabant (16%) overtreedt in ernstige mate de regels. Dat meldt de provincie.

Veel gebreken bij controle wassers
In 2011 en 2012 hebben ambtenaren een groot toezichtproject in de Brabantse gemeenten uitgevoerd. De meeste Brabantse gemeenten zijn er niet in geslaagd om alle bedrijven met luchtwassers te controleren. De provincie roept de gemeenten op dit jaar alsnog de gemaakte afspraken na te komen. In Brabant zijn 1.100 intensieve veehouderijen verplicht om luchtwassers te gebruiken om de uitstoot van ammoniak en fijnstof, te reduceren. Volgens afspraak zouden de gemeenten in 2011 en 2012 alle 1.100 bedrijven met één of meer luchtwassers controleren. Uiteindelijk zijn slechts 652 bedrijven (61%) gecontroleerd. Bij 16% van de veehouderijen was sprake van ernstige overtredingen. Hier waren geen luchtwassers geplaatst, waren luchtwassers niet in werking of haalden ze veel te weinig schadelijke stoffen uit de lucht. De minder ernstige overtredingen meegerekend, heeft 58% van de bedrijven de zaken niet op orde.

Brabantbrede aanpak
In 2009 toonde een onderzoek bij 63 luchtwassers aan dat bij circa 40% de betreffende milieuvoorschriften in ernstige mate werden overtreden. Daarom besloten provincie en gemeenten tot een Brabantbrede toezichtaanpak voor luchtwassers. Het Servicepunt Handhaving (SEPH) coördineerde het project. Uit de eindrapportage blijkt dat in het naleefgedrag en in het toezicht door gemeenten vooruitgang is geboekt, maar dat er ook nog ernstige tekortkomingen zijn.

De overtredingen hebben negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit in Brabant, en leiden volgens de provincie tot oneerlijke concurrentie tussen veehouderijen. Als voorzitter van de Brabantse handhavingssamenwerking roept gedeputeerde Johan van den Hout de gemeenten dan ook op alle geconstateerde overtredingen aan te pakken conform de Brabantse handhavingsstrategie. Ook vraagt hij gemeenten de achterstallige controles nog dit jaar te laten uitvoeren door de drie Brabantse omgevingsdiensten.

Situatie Limburg
Ervaringen van vereniging Behoud de Parel doen vermoeden dat de situatie in Limburg niet veel beter - eerder slechter - zal zijn, dan in Brabant. Zo kan in zijn algemeenheid gesteld worden dat het College van Gedeputeerde Staten (VVD, CDA, PvdA), gesteund door de meerderheid van Provinciale Staten, de ondernemers een weinig kritische houding aanneemt jegens de Intensieve Veehouderij. Daarnaast blijkt dat - bijvoorbeeld in Horst aan de Maas - niet of nauwelijks handhavend opgetreden wordt tegen Intensieve veehouderijen die niet voldoen aan milieuwetgeving (zoals Heideveld BV, één van de partners in het Nieuw Gemengd Bedrijf,) of op basis van verouderde vergunningen de omgeving belasten (zoals tot voor kort bij Knoops in Lottum, waarbij de gemeente pas tot actie over ging na acties van behoud de Parel samen met de omwonenden).

Rooijakkers (LTO):'Elektronische monitoring luchtwasser noodzaak'
Volgens vakgroepvoorzitter varkenshouderij van LTO, Maarten Rooijakkers, is het noodzakelijk dat er versneld wordt ingezet op de elektronische monitoring van luchtwassers. Rooijakkers reageert daarmee op de boven vermeldde conclusie dat bij controle is gebleken dat één op de zes bedrijven in Brabant met een luchtwasser de regels in ernstige mate overtreedt.

Volgens Rooijakkers zijn de boer, de leverancier en de omgeving gebaat bij een elektronisch monitoringssysteem dat de werking van de wasser registreert. "Het beter laten functioneren van luchtwassers begint bij het verzamelen van kennis en bewustwording onder gebruikers. Het correct laten werken van de wasser is dan een tweede stap die snel kan volgen", aldus de zegsman van LTO. Nieuw is het systeem van elektronische monitoring overigens niet. Bij veel nieuwe luchtwassers wordt al van deze techniek gebruik gemaakt.

Eind vorige week werd bekend dat 58 procent van de intensieve bedrijven in Brabant de zaken niet op orde heeft als het gaat om de luchtwasser. In 2011 en 2012 hebben ambtenaren een groot toezichtproject in de Brabantse gemeenten uitgevoerd. In Brabant zijn 1.100 intensieve veehouderijen verplicht om luchtwassers te gebruiken om de uitstoot van ammoniak en fijn stof te reduceren. Volgens afspraak zouden de gemeenten in 2011 en 2012 alle 1.100 bedrijven met één of meer luchtwassers controleren. Uiteindelijk zijn 652 bedrijven (61 procent) gecontroleerd. Bij 16 procent van de veehouderijen was sprake van ernstige overtredingen. Hier waren geen luchtwassers geplaatst, waren luchtwassers niet in werking of haalden ze veel te weinig schadelijke stoffen uit de lucht. Bedrijven die geen luchtwasser hebben geplaatst of deze bewust niet laten draaien, moeten volgens Rooijakkers gelijk worden aangepakt. "Voor grove overtredingen is geen excuus."

In 2009 toonde een onderzoek bij 63 luchtwassers aan dat bij circa 40 procent de betreffende milieuvoorschriften in ernstige mate werden overtreden. Daarom besloten provincie en gemeenten tot een Brabantbrede toezichtaanpak voor luchtwassers. Het Servicepunt Handhaving (SEPH) coördineerde het project. Uit de eindrapportage blijkt dat in het naleefgedrag en in het toezicht door gemeenten vooruitgang is geboekt, maar dat er ook nog ernstige tekortkomingen zijn.

(Bron: Boerderij, Guus ten Hove, 26 april en 1 mei 2013)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel