Wageningen - Omwonenden van pluimveebedrijven hebben geen grotere kans besmet te zijn met resistente ESBL-bacteriën, dan mensen die in een pluimveearm gebied wonen. Dat blijkt uit onderzoek van Wagenings onderzoeker Patricia Huijbers, die daarover publiceert in het wetenschappelijk tijdschrift Clinical Microbiology and Infection. Het Wagenings unversiteitsblad Resource meldt dat het onduidelijk is welke rol productiedieren spelen in de verspreiding van zogenoemde extended spectrum beta lactamase-producerende bacteriën (ESBL).

Ongeveer alle Nederlandse pluimveebedrijven zijn met de resistente bacterie besmet, de helft van de kalverbedrijven en 40 procent van de varkensbedrijven. Bij veehouders wordt een relatief hoog besmettingspercentage gevonden (eenderde van de pluimveehouders). Gemiddeld is 1 op de 20 Nederlanders besmet met de bacterie, constateert Huijbers na een onderzoek onder 1.025 Nederlandse volwassenen uit verschillende gemeenten met hoge of lage pluimveedichtheden. De ESBL-bacteriën uit kip worden ook bij zieke patiënten in het ziekenhuis gevonden, maar hoe die bacterie daar terechtgekomen is, blijft onduidelijk. Huijbers suggereert dat contact met huisdieren daarbij een rol zou kunnen spelen.

(Bron: Boerderij, Jan Braakman, 22 mei 2013)