Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De nieuwe regels waarmee gemeenten en provincies volksgezondheid kunnen laten meewegen bij vergunningen voor veehouderijen, zijn een keerpunt voor de veehouderij. ‘Het kabinet stelt grenzen aan de groei en geeft meer aandacht aan volksgezondheid’, zegt Hugo Backx, directeur van GGD Hart voor Brabant.

Normen voor gezondheid in Omgevingswet
Backx is blij met deze ‘doorbraak’. In Brabant leidde de van geitenhouderijen afkomstige Q-koorts tot tientallen doden en vierduizend zieken. Gemeenten hebben tot op heden geen mogelijkheden om volksgezondheid te laten meewegen bij vergunningaanvragen voor veehouderijen. Begin dit jaar pleitte Backx er voor om dat te veranderen door normen voor gezondheid op te nemen in de Omgevingswet.

Grenzen stellen aan omvang
Of het aan zijn oproep lag, durft Backx niet te zeggen, maar sindsdien merkte hij dat in Den Haag de aandacht voor volksgezondheid in de veehouderij stevig op de agenda staat. Vrijdag meldde het kabinet dat zij binnenkort met nieuwe regelgeving komt die het voor provincies en gemeenten mogelijk maakt om in bepaalde gebieden uit het oogpunt van volksgezondheid grenzen te stellen aan de omvang van de veehouderij. Dit geldt voor de grootte van het bedrijf, maar ook voor de veehouderij-intensiteit: het aantal dieren per vierkante meter, wat een belangrijke factor is voor de verspreiding van dierziekten.

Niet alle afwegingen lokaal
Het kabinet wil de regels opnemen in de Wet dieren. Backx is blij met deze stap, maar hoopt dat de regels later ook in de Omgevingswet komen. Daarnaast moet de overheid niet alle afwegingen aan lokale bestuurders overlaten, maar tot op enige hoogte landelijke richtlijnen neerleggen, zegt Backx. Gemeenten hebben daar volgens hem behoefte aan. ‘Voor gemeenten zelf is het soms lastig om een begrenzing te bepalen. Deels omdat er andere belangen meespelen – economie, werkgelegenheid – en deels omdat de problematiek gemeentegrenzen overstijgt.’

Wetenschappelijk bewijs niet maatgevend
De wetenschappelijke onderbouwing voor de gezondheidsrisico’s van veehouderijen was lange tijd een knelpunt. In de brief van het kabinet leest Backx tot zijn vreugde dat dat nu voorbij is. ‘Vanwege het ontbreken van die wetenschappelijke onderbouwing biedt het huidig instrumentarium gemeenten en provincies onvoldoende houvast. Nu stelt het kabinet dat desondanks gemeenten en provincies bevoegdheden krijgen. Het wetenschappelijk bewijs is dus niet voor 100 procent maatgevend om toch maatregelen te kunnen nemen.’

Gekozen voor gezondheid
Een van de problemen bij de Q-koorts, zegt Backx, was dat eindeloos werd gediscussieerd over de herkomst van de besmetting, terwijl de ziekte zich ondertussen verspreidde onder de bevolking. De bescherming van het boerenbelang woog zwaarder dan de volksgezondheid, maar dat is met het nieuwe kabinetsstandpunt verleden tijd. Backx: ‘In de balans tussen de economische waarde van de veehouderij en de volksgezondheid, is nu duidelijk gekozen voor de gezondheid. Er komt een eind aan de ongebreidelde groei van de veehouderij, en gemeenten en provincies krijgen daarin een belangrijke taak.’

(Bron: Binnenlands Bestuur, 18 juni 2013)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel