Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Stichting Archeologie Actueel Limburg (SAAL) heeft een zienswijze ingediend met betrekking tot het bestemmingsplan Raaieinde in Grubbenvorst. Dit bestemmingsplan maakt het mogelijk dat Delfstoffen Combinatie Maasdal (DCM) een zandverwerkingsinstallatie (CVI) kan realiseren in het Raaieinde. Door de komst van de installatie, een slibdepot en een haven zouden - volgens SAAL - waardevolle archeologische vondsten verloren gaan. Zij baseren hun mening op een rapport van RAAP Archeologisch Adviesbureau.

Onderzoek RAAP
In opdracht van DCM heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in de winter van 2009-2010 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in plangebied Raaieinde te
Grubbenvorst (zie bijlage). Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de aanleg van een haven, zand- en grindverwerkingsinstallatie en een slibdepot. Het primaire doel van dit onderzoek was het (al dan niet) vaststellen van de aanwezigheid van archeologische grondsporen. Voorts diende het onderzoek zich te richten op de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische grondsporen en resten.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek is inzicht verkregen in de landschappelijke ontwikkeling en het gebruik van het gebied door de mens door de tijd heen. De landschappelijke ontwikkeling bleek complexer dan verwacht. Er zijn met name nederzettingssporen uit de Bronstijd, IJzertijd en Romeinse tijd aangetroffen, maar hiernaast zijn ook een kleine oven (IJzertijd), een klein grafveld (Late IJzertijd/Vroeg Romeinse tijd), dumps (IJzertijd en Romeinse tijd), een Romeinse weg en een fort van het Beleg van Venlo uit 1646 aangetroffen. Van de Romeinse weg is onbekend of het de heerbaan tussen Atuatuca (Tongeren) en Noviomagum (Nijmegen) betreft of dat het een lokale weg betreft, omdat de weg ondanks de hoge gaafheid niet de kenmerken van een heerbaan heeft. In elk geval is duidelijk dat de weg exact op de lijn ligt waar die door ritmeester Ort in 1884 reeds werd gemeld.

Opmerkelijk is dat juist op de kop van een oud Maasterras, dicht tegen de Maas aan, de duidelijkste gebouwstructuren zijn aangetroffen, terwijl die vooral op het hoger gelegen Maasterras
werden verwacht. Naast de genoemde vondsten zijn ook op diverse plekken zogenaamde "Nieuwe tijd" aangetroffen, zoals wegen, greppels en houtwallen.

Een deel van de vondsten - zo constateert de onderzoeker van RAAP - is niet behoudenswaardig. De waarde van de vondsten in totaal is echter hoog, omdat meerdere vondsten uit alle perioden aanwezig zijn. Bovendien heeft het fort uit 1646 van het Beleg van Venlo ook een hoge schoonheid- en belevingswaarde. Uiteindelijk is volgens RAAP bijna de helft van de vondsten behoudenswaardig. RAAP heeft voorgesteld een aantal vindplaatsen verder te onderzoeken door middel van een opgraving, zodat de archeologische waarden kunnen worden behouden. Tevens zijn er een aantal vindplaatsen die niet behoudenswaardig zijn, maar waarvoor gezien de onduidelijkheid door verbruining van de bodem toch archeologische begeleiding wordt geadviseerd.

Zienswijze SAAL
SAAL heeft naar aanleiding van de constateringen van RAAP een zienswijze ingediend, om te voorkomen dat waardevolle archeologische vondsten verloren gaan. SAAL is in 1996 opgericht en heeft als hoofddoelstellingen archeologie binnen de provincie Limburg bij een breed publiek actief onder de aandacht te brengen en te ijveren voor een adequate bescherming van het archeologische erfgoed binnen de provincie. Hiertoe organiseert SAAL onder andere lezingen en congressen, ondersteunt archeologische publicaties en bepleit door middel van overleg met andere belanghebbenden en eventueel inspraak, daar waar dat volgens SAAL noodzakelijk wordt geacht, een betere bescherming van ons archeologisch erfgoed.

In haar zienswijze (zie bijlage) schrijft SAAL dat het bestemmingsplan dat de gemeente Horst aan de Maas heeft opgesteld - wat de archeologie betreft - onzorgvuldig gemotiveerd is en niet voldoet aan de eisen die aan de omgang met archeologie binnen provinciale aandachtsgebieden moeten worden gesteld . SAAL vraagt de gemeenteraad van Horst aan de Maas dan ook een eigen mening over de waarde van de archeologische vindplaatsen te vormen (al dan niet in overleg met de Provincie) en deze in het bestemmingsplan te verwerken. Hierbij stelt SAAL voor het gebied met dubbelbestemming Waarde-Archeologie uit te breiden over het gehele plangebied. Op deze manier zullen in ieder geval de archeologische resten niet ongezien verdwijnen en wordt recht gedaan aan de provinciale eisen betreffende omgang met archeologische resten binnen provinciale archeologische aandachtgebieden.

Tevens vraagt SAAL de raad de opgenomen vrijstellingsdiepte in het gebied met de dubbelbestemming Waard-Archeologie te wijzigen naar 30 cm aangezien archeologische sporen al direct onder het maaiveld zichtbaar worden.

SAAL heeft naar aanleiding van de plannen van DCM met betrekking tot het slibdepot, de haven en de zandverwerkingsinstallatie naast de brief aan de gemeenteraad ook brieven geschreven aan de provincie en het College van B&W van Horst aan de Maas (zie bijlagen).

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel