Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Minister Verburg van LNV presenteerde afgelopen woensdag haar toekomstvisie op de veehouderij in Nederland. Wat haar betreft is de veehouderij in Nederland over vijftien jaar in alle opzichten duurzaam. Vijftien jaar lijkt lang, maar het is uitermate ambitieus als je bedenkt wat er nog te doen is. Een duurzaamheidssprong, zoals de minister wil, is bovendien niet te realiseren zonder een trendbreuk.

Verburg kiest duidelijk positie in het debat over de toekomst van de Nederlandse veehouderij. Een werkelijk duurzame veehouderij -die het milieu, het klimaat en de natuur ontziet, dieren niet uitbuit én een normaal rendement oplevert- is goed mogelijk, ook zonder een drastische reductie van de veestapel en massale overschakeling op biologisch. Die duurzame veehouderij kent vele gezichten: van hightech tot streekproduct, van eko tot mega. Maar die diversiteit moet over vijftien jaar wel voldoen aan een aantal voorwaarden. Dieren krijgen de ruimte voor natuurlijk gedrag, ondergaan geen of nauwelijks fysieke ingrepen en hebben daglicht. Transport van dieren over lange afstanden is verleden tijd, en massale ruimingen bij uitbraken van lijst-A ziekten zijn niet meer nodig omdat er gevaccineerd mag worden. Het milieu wordt ontzien door het sluiten van kringlopen, beperking van kunstmestgebruik en de import van mineralen uit het verre buitenland. Het geld wordt verdiend door alleen topkwaliteit te leveren voor de Noord-West Europese markt.

Helemaal nieuw is dit niet. Belangrijke elementen staan ook in Kiezen voor Landbouw van haar voorganger Veerman. Verburg zet echter scherpere doelstellingen neer en verbindt die aan een termijn. Bovendien keert de geest van Herman Wijffels terug. Zijn denkgroep pleitte in 2001 voor herontwerp van de sector. Wijffels gaf daarmee aan dat de reeks van problemen die de veehouderij kent het gevolg zijn van structurele fouten in het systeem. Milieuvervuiling, gebrekkig dierenwelzijn, de 'kostprijs-klem', grootschalig medicijngebruik, en andere vormen van 'afwenteling' zijn niet op te lossen met een aanpassinkje hier of daar. Daarvoor is fundamenteel herontwerp nodig. Niet alleen van de techniek, of van stallen, maar ook van de manier waarop we consumeren, of de keten organiseren.

Verburgs visie haakt aan op die gedachte, maar trekt die nog onvoldoende door. Nadrukkelijk stelt ze dat 'geen trendbreuk, maar een duurzaamheidssprong' nodig is. Die tegenstelling is onterecht: een duurzaamheidssprong vereist een trendbreuk. Omdat de optelsom van uitdagingen niet is aan te gaan zonder het herontwerp van Wijffels. Een megastal met 10.000 mestvarkens kan zich misschien een goede luchtwasser permitteren, een mestvergister wellicht, of een beetje meer ruimte voor de varkens, maar het blijft meer van hetzelfde - zelfs als Verburg er in slaagt extra eisen te stellen.

'Schaal op zich' is voor Verburg 'geen onderwerp'. Voor een duurzaamheidssprong zou het dat wél moeten zijn. Megastallen borduren voort op het geloof dat er geen einde is aan schaalvoordelen. Schaaleffecten kunnen echter ook afnemen, en zelfs te niet gedaan worden door nieuwe, ongewenste neveneffecten. De wet van de afnemende meeropbrengst kan pas bij structureel herontwerp ontlopen worden. Zoals in het plan voor een Nieuw Gemengd Bedrijf in Horst aan de Maas, waar een flinke schaal vergezeld gaat van inventieve koppelingen tussen veehouderij, glastuinbouw en energievoorziening, die een echte sprong kunnen betekenen voor milieu én dierenwelzijn.

Of het nu om megastallen gaat, of om nieuwe, 'integraal duurzame stallen' die het kabinet belooft, ze lopen beide het risico helemaal niet zo duurzaam te zijn, als de rest van de sector en de markt intact blijven. Een duurzame stal bestaat niet. Werkelijke sprongen maak je pas, als het omringende systeem mee verandert. Als je breekt met het gangbare. Niet alleen op het niveau van de stal of het houderijsysteem, maar ook op dat van de keten, onze consumptie en wet en regelgeving.

De toekomstvisie van Verburg schept de ruimte voor een diversiteit aan zulke sprongen, in plaats van één blauwdruk op te leggen. Daarvoor verdient ze niet alleen alle morele steun, maar vooral ook stevige en langdurige betrokkenheid van alle partijen die met de veehouderij te maken hebben - inclusief grote marktpartijen als de supermarkten, slachterijen en zuivelcoöperaties.

Bram Bos werkt aan verduurzaming van de veehouderij bij de Animal Sciences Group van de Wageningse universteit.

(Bron: Brabants Dagblad, Bram Bos, 19-1-'08)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel