Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Fijn stof Sinds 1 januari 2005 gelden binnen de Europese Unie bindende regels voor de uitstoot van fijn stof, waarmee hoofdzakelijk roet wordt bedoeld. Bijna heel Nederland voldoet niet aan die richtlijn. De gemeten concentratie fijn stof in Rotterdam schommelt rond de 40 mg/m3 als jaargemiddelde, er is geen sprake van een dalende trend. Een kubieke meter lucht mag niet meer dan 35 dagen per jaar meer dan 50 microgram roet bevatten. In 2005 overlijden jaarlijks 800 personen aan het langdurig inademen van verontreinigde lucht. Iemand hoeft niet te lijden aan bijvoorbeeld een aandoening aan de luchtwegen om slachtoffer te worden van vuile lucht. Ook gezonde mensen die over een langere periode worden geconfronteerd met fijn stof, lopen risico's. De nieuwe Europese regels verplichten overheden om maatregelen tegen overmatige luchtvervuiling te treffen. Uit recent onderzoek van Institute of Risk Assesment Sciences (Iras, onderdeel van de universiteit van Utrecht) blijkt dat mensen die dicht bij een drukke weg wonen, een twee keer zo grote kans hebben om te overlijden aan hart- of longaandoeningen.

Gezondheidsrisico's van fijn stof

Deeltjes fijn stof zijn vele malen kleiner dan huisstof en zijn zo licht dat ze blijven zweven. De zwevende deeltjes zijn zó klein dat ze niet blijven plakken aan de natuurlijke vuilvangers in de neus-, mond- en keelholte. Daardoor komen ze heel diep in de luchtwegen terecht en dat kan leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Bovendien kan een stofdeeltje beladen zijn met een complex mengsel van schadelijke stoffen zoals ijzer, nitraat, pak's, dioxines en geoxideerde (gechloreerde) koolwaterstoffen. Er hangt als het ware een onzichtbare deken van fijn stof over de stad.

Bronnen
Fijn stof is afkomstig van verbrandingsprocessen, zowel van de industrie als van het weg- en scheepvaartverkeer. Zeer kleine stofdeeltjes komen ook vrij in de vorm van vliegas en dieselroet. Het meeste roet is afkomstig van dieselmotoren. Ook slijtage aan banden en wegen door het verkeer veroorzaakt fijn stof. Voor fijn stof en roet worden metingen uitgevoerd. In de regio Rijnmond is het vrachtverkeer een belangrijke bron waarvan inmiddels schadelijke effecten zijn aangetoond. In de toekomst valt nog een aanzienlijke groei van dit verkeer te verwachten, mogelijk een verdrievoudiging: daar kan geen verbetering van de motoren tegen op. Bestuurders aarzelen niet om de zwarte piet door te schuiven naar anderen. In 2005 vertelt de staatssecretaris van milieu dat het grootste deel van het fijn stof komt overwaaien uit het buitenland. Een wethouder van Den Haag doet mee in het koor van uitvluchten. Hij deelt in hetzelfde TV-programma mee dat er zeker bij zee veel fijn stof in de natuur voorkomt. Deze en vele andere verantwoordelijke bestuurders hebben voor de burger de boodschap: we kunnen er weinig aan doen.
Daar valt nog wel wat op af te dingen. De deeltjes fijn stof die door het lokaal verkeer en industrie worden geproduceerd zijn veel schadelijker dan de natuurlijke deeltjes fijn stof. Ook de suggestie dat alle kwaad van buiten komt, is dubieus. Een groot deel van het fijn stof is inderdaad niet uit Nederland afkomstig, maar in landen als Duitsland en België hebben ze weer last van stof uit Nederland. Netto zijn wij een milieuvervuiler. We exporteren veel meer vuil dan we binnen krijgen. Dat weten bestuurders, maar dat zeggen ze niet.

Sluipmoordenaar
Dat fijne stof blijkt een sluipmoordenaar. Een geringe toename van deze concentratie met 10 mg/m veroorzaakt 1% toename in sterfte, 1,8% toename in spoedopnames in ziekenhuizen voor luchtwegaandoeningen, 4,4% toename in het aantal astmatische aanvallen en 5,4% toename in hoesten. In Nederland sterven 18.000 mensen 10 jaar eerder door de luchtvervuiling, vooral door fijn stof. Eén op de vijf aanvallen van astma zou zonder de fijn stof verontreiniging niet plaats vinden. Met name worden mensen getroffen die al problemen met hun luchtwegen of allergieën hebben. Vooral ouderen met hart- en longaandoeningen leven een week, een maand tot zelfs een aantal jaren korter dan hun leeftijdgenoten. Deze cijfers betreffen effecten die optreden bij de concentraties fijn stof die in Nederland op het ogenblik gebruikelijk zijn. Ter vergelijking: in het Nederlandse verkeer vallen jaarlijks 1350 doden. Het valt niet uit te sluiten dat fijn stof nog ernstiger effecten heeft in combinatie met andere factoren als leefgewoonten of woonomstandigheden.

Deze effecten treden niet alleen op bij tijdelijk verhoogde concentraties tijdens smogepisodes, maar ook bij concentraties waaraan inwoners van Nederland voortdurend zijn blootgesteld. Ongeveer 80% van de Nederlanders staat vrijwel voortdurend bloot aan een fijn stof concentratie die hoger ligt dan de nationale norm. De Europese Unie hanteert als grenswaarde 30 mg/m3. Vaststaat dat concentraties beneden de nu gehanteerde grens van 40 mg/m3 van fijn stof al ernstige effecten op de gezondheid kunnen hebben. Een klein beetje fijn stof, een hoeveelheid onder de gehanteerde grens, kan klachten veroorzaken. Daarom wordt de internationale norm voor fijn stof herzien. In 2010 wil de EU die grenswaarde teruggebracht zien tot 20 mg/m3. Recent onderzoek in Duitsland wijst uit dat de uitstoot van dieselmotoren gevaarlijker is dan men dacht. Het extra gevaar schuilt in de fijne roestdeeltjes die diep in de longen dringen, daar ontstekingen veroorzaken die op hun beurt weer het risico van longkanker vergroten.

Gezondheidsklachten
Het inademen van fijn stof kan leiden tot verergering van klachten aan de luchtwegen zoals hoesten en benauwdheid. De ademhaling wordt moeilijker en er ontstaat kortademigheid. Door inademing van fijn stof vermindert de longfunctie. Een gevolg kan zijn een stijging van het aantal en verergering van astma-aanvallen. Fijn stof versterkt de werking van zwaveldioxide (SO2) en kan PAK en zware metalen bevatten. Omdat ademhalen meer moeite kost, kunnen klachten bij mensen met hart- en vaarziekten toenemen en verergeren, en er bestaat een grotere kans op opname in een ziekenhuis. Het nare is dat fijn stof er altijd is, met een piek tijdens wintersmog, en dat het vaak ook binnenshuis doordringt. In 1996 werden resultaten bekend van een luchtwegonderzoek bij schoolgaande kinderen, het zogenaamde luchtweg-1 onderzoek. Kinderen die dicht bij de A16 langs Dordrecht wonen, hebben meer luchtwegklachten. Hoe dichter de kinderen bij de snelwegen wonen des te vaker hebben ze last van hoesten, astma-aanvallen en bronchitis. De universiteit van Wageningen voert een luchtweg-2 onderzoek uit. In dat onderzoek gaat het om de relatie tussen autoverkeer en luchtwegklachten bij kinderen. De eerste conclusies, gepubliceerd in november 1999, wijzen uit dat er een verband bestaat tussen de mate van luchtvervuiling door het autoverkeer en luchtwegaandoeningen bij een groep onderzochte schoolkinderen. Fijn stof speelt daarbij een cruciale rol. Ook bij dit onderzoek is opgevallen dat vooral effecten optreden bij mensen die al gevoelig zijn dorodat zij al gevoelige luchtwegen of allergieën hebben. Het gaat hier bepaald niet om een uitzonderlijke gesteldheid want van de onderzochte kinderen bleek 46% 'gevoelig'. Dit onderzoek maakt duidelijk dat het beleid zich niet kan beperken tot algemene maatregelen om de fijn stof belasting terug te dringen, maar dat het daarnaast belangrijk is op lokaal niveau gerichte maatregelen te nemen. De gevonden verbanden zijn aangetroffen bij lage tot zeer lage concentraties: PM2.5 van 17 tot 24 mg/m3, 'roet' van 6 tot 16 mg/m3. Deze concentraties liggen niet beneden de norm voor de jaargemiddelde PM2.5 concentratie in de buitenlucht voor de VS (15 mg/m3; een Europese norm is er nog niet). Bij (lichte) overschrijding worden al nadelige effecten op de gezondheid aangetroffen. Dit onderzoek ondersteunt de opvatting dat er geen 'drempel' is waar beneden geen nadelige effecten optreden.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel