Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 7 juli verscheen het VGO-onderzoek, de lang verwachte gezondheidsstudie onder omwonenden van veehouderijen. De uitkomsten zijn zorgwekkend: er zijn meer longontstekingen en buren van stallen hebben een verlaagde longfunctie. Staatssecretaris Van Dam stuurde een brief naar de Tweede Kamer. Het VGO-onderzoek is reden om de Wet Dieraantallen door te zetten. De overheid moet ervoor zorgen dat de leefomgeving gezond en veilig is, zo zegt hij.

Meteen erna begon vanuit de vee-industrie het grote sussen: met die Wet Dieraantallen zal het zo'n vaart niet lopen. Het gezondheidsonderzoek geeft niet genoeg wetenschappelijke onderbouwing om de veehouderij te beperken. Bovendien: zo sterk was het gevonden verband met longklachten toch niet? Waren er niet ook positieve gezondheidsrelaties: minder astma en allergieën? En was de uitstoot van veehouderijen niet vergelijkbaar met stadsverkeer? Nou dan.

GroenLinks heeft daar wel wat tegenin te brengen. Om te beginnen het rapport zelf, dat bestaat uit meerdere onderzoeken. Waaronder de gezondheidsproblemen waarmee mensen bij hun huisartsen komen. Dan valt het significant hogere aantal gevallen van atypisch eczeem op bij kinderen tussen de 0 en de 4 in veedichte gebieden. Reden om daar eens nader in te duiken, zou je denken. Maar bij het VGO-onderzoek zelf (bloed, urine, ontlasting, speeksel – de hele mikmak) is geen enkel kind meegenomen! De onderzoeksgroep is tussen de 18 en de 70 jaar. Ook senioren zijn daarmee uitgesloten. En dat terwijl bij ouderen de longziekte COPD toeneemt met 300%. Sterfte door COPD na het 70e levensjaar is twaalf keer hoger dan tussen de 40 en 69.

Andere opvallende afwezigen zijn veehouders zelf, evenals hun familie en medewerkers. Ze zijn niet onderzocht en niet meegenomen in de ziekteregistratie. En dat terwijl zij het meest in contact komen met vee. Willen we niet weten wat de veehouderij voor effecten heeft op de gezondheid van boerenfamilies en hun personeel? GroenLinks wel. Zo werd een voorschrift voor gasdetectie en adembescherming in de mestkelder pas van kracht nadat er meerdere veehouders dood neervielen. Ook subtielere gezondheidseffecten zijn belangrijk om te registreren, zeker nu stallen groter worden en dieraantallen in stallen verder toenemen.

Dan over de bewering dat veehouderijen vergelijkbaar zijn met het effect van stadsverkeer. Bekend is dat de Europese normen voor fijnstof uit wegen erg ruim zijn. Het lukt Nederland niet om aan die ruime normen te voldoen. Een groot deel van het fijn stof in de stad wordt daarbij beïnvloed door de landbouw. Ammoniak reageert met stikstofoxiden uit verkeer en industrie, waarbij stofdeeltjes zich verplaatsen over honderden kilometers. In Europa wordt de helft van de vroegtijdige sterfte door luchtverontreiniging beïnvloed door ammoniakuitstoot uit de veehouderij. Voor de industrie zijn we veel strenger dan voor de landbouw. De ammoniakuitstoot uit de industrie is twee procent, terwijl de veehouderij zo'n 86 procent voor haar rekening neemt.

Ook onze natuur lijdt fors onder de intensivering. In en rond landbouwgebieden hollen de planten- en diersoorten achteruit. Zelfs algemene bloemen als het madeliefje dreigen te verdwijnen en daarmee ook de bijen en andere bestuivers. De industriële veehouderij maakt veel kapot in ons mooie Brabant.

Maar we moeten toch eten? Ja, maar van het in Brabant geproduceerde vlees gaat ruim 70% de grens over. China krijgt ons vlees en onze melk, wij blijven zitten met de uitstoot, de stank, de mest en alle risico's.

Laten we het VGO-onderzoek aangrijpen om de landbouw in Brabant nu écht gezond te maken. Gezond voor omwonenden, gezond voor de natuur en de dieren, gezond voor de portemonnee. Het hóeft niet allemaal groter en industriëler nu ook de markt zo tegen zit. Juist niet, draai het maar eens om.

We moeten de wereld voeden. Maar we produceren in Brabant lang niet genoeg biologisch vlees, zuivel, groenten en fruit voor de binnenlandse markt en vraag van consumenten naar 'bio'. Gemiste kans! Want die markt groeit, in tegenstelling tot de markt voor gangbare zuivel en bulkvlees.

We moeten werk scheppen voor Brabant. Zeker. Maar onze regionale economie zou wel eens meer kunnen profiteren van extensieve landbouw dan van de steeds maar verder groeiende vee-industrie met de daarbij horende mestfabrieken. Recreatie en toerisme floreren bij verbrede landbouwbedrijven en leveren veel lokale banen op.

We moeten, tot slot, deze wereld doorgeven aan onze kinderen. Een andere aardbol hebben we niet. Het vee-industriële systeem is niet langer houdbaar voor boeren én omgeving. Er liggen genoeg kansen voor omschakeling en voor verbreding. Tijd voor ondernemers en bestuurders die niet wegkijken, maar moed tonen. Wie durft?

Hagar Roijackers
Statenlid GroenLinks Brabant

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel