Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

5-3-'08 . Megastallen vormen een gevaar voor het welzijn van mens en dier en zijn slecht voor het milieu, stelt Jan Veldhuis. Als we toch op zo’n manier karbonades willen produceren, moet dat op een speciaal industrieterrein gebeuren.

De intensieve veehouderij is ontstaan toen goedkoop voer van elders (derdewereldlanden) het mogelijk maakte om zonder veel grond te bezitten toch veel varkens of kippen te houden. In de loop van de tijd zijn deze bedrijven fors gegroeid. Een nadeel van de opeenstapeling van zo veel bedrijven bleek eind jaren ’90 bij de uitbraak van de beruchte varkenspest. Omdat vanwege (Europese) exportbepalingen niet ingeënt mocht worden, werden, om nieuwe uitbraken tegen te houden, bedrijven met gezonde dieren geruimd. De beelden van varkens in grijpers kan eenieder zich nog voor de geest halen.

Om in de toekomst deze ellende te voorkomen, werd de reconstructiewet bedacht. Die voorzag in varkensvrije zones en in een minder groot aantal dieren. De praktijk wees uit dat virussen zich niets van een vrije zone aantrekken; dit middel bleek dus niet te voldoen.

De reconstructiewet heeft Nederland in drie gebieden ingedeeld: het extensiveringsgebied (natuurgebieden en bij sommige provincies ook woonkernen), het verwevingsgebied (landbouwgebieden waar een boer mag uitbreiden, maar waar niet alles mogelijk is) en ten slotte landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). In deze laatste gebieden is veel meer mogelijk en is nieuwvestiging van elders toegestaan.

In de LOG’s doet zich nu een groot probleem voor. Het doel van de reconstructie, bedrijven uit en langs kwetsbare gebieden weghalen en verplaatsen naar de LOG’s, is niet gehaald. Grote ondernemers hebben echter wel gebruikgemaakt van de mogelijkheden die de reconstructie bood. Voor verschillende LOG’s liggen aanvragen voor bedrijven met 20.000 (mest)varkens en meer. Voor Nederland zijn dat ongekende aantallen.

Droevig
Hoewel voor zeer grote bedrijven zg. luchtwassers verplicht zijn, is het effect van deze energieslurpende apparaten in de meeste gevallen zeer onvoldoende. Hoewel ammonia voor 80 procent opgevangen kan worden, is het met geur en vooral fijnstof droevig gesteld. In het LOG Fortwijk te Vroomshoop zijn aanvragen gedaan voor vier bedrijven: drie met ongeveer 20.000 en een voor 5200 fokzeugen (tel daarbij tien biggen per zeug…).

De bewoners rondom dit gebied waren verre van gelukkig, deskundigen hebben op een voorlichtingsavond ernstig gewaarschuwd voor de volksgezondheid. Dit soort grote bedrijven produceert nog meer mest en stank en geeft een grotere kans op ziekten. Door de hoge veedichtheid ligt er een hogere druk op de diergezondheid, waardoor het gebruik van antibiotica verder toeneemt.

Het voer, dat veelal uit sojaschroot bestaat, wordt uit Zuid-Amerika ingevoerd. Dat voor ’onze’ varkens complete bossen gekapt worden, is niet bij iedereen bekend. Daarnaast wordt allerhande afval gevoerd. De grote hoeveelheden mest worden op de goedkoopste manier naar elders afgevoerd.

Als in een landbouwgebied op industriële wijze eiwitten worden geproduceerd (er is ook geen woning bij het bedrijf, werknemers komen van elders), heeft dit niets meer te maken met wat onder een boerderij verstaan wordt. Als wij op deze wijze onze karbonades willen produceren, dient dit soort bedrijven op een daartoe ingericht industrieterrein te komen.

De auteur is woordvoerder van het burgerinitiatief LOGs Weg (www.logsweg.nl).

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel