Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De huidige plannen voor een varkensflat in de haven van Amsterdam illustreren de teloorgang van het boeren familiebedrijf in Nederland. Niet alleen de Nederlandse boeren en boerinnen maar ook het milieu, dierenwelzijn en arme boeren in ontwikkelingslanden zullen hier de dupe van zijn betogen Wouter van Eck en Willem van Middendorp.

Waar komen ons vlees, onze zuivel en onze eieren vandaan? Negen van de tien Nederlanders zou zeggen: ‘van de boerderij’. Dit zal in de nabije toekomst niet meer zo vanzelfsprekend zijn. Liberalisering van de handel in landbouwproducten, dalende wereldmarktprijzen en concurrentie van megafarms aan de andere de andere kant van de wereld dwingen Nederlandse boeren tot steeds verdergaande schaalvergroting. Het plan voor een varkensflat in Amsterdam (Noord-Hollands Dagblad van donderdag 26 oktober) is tekenend voor deze ontwikkeling. Driehonderdduizend varkens in een fabriekscomplex van meerdere verdiepingen. Beter voor de dieren en het milieu zeggen de voorstanders. Maar willen we dit? Kiezen we voor grootschalige industriële ‘agroproductieparken’ en daarmee voor het einde van het boeren familiebedrijf in Nederland? Milieuorganisaties, dierenwelzijnsorganisaties, en ook veel boeren willen dit niet! Deze plannen gaan verder dan wat meer ruimte voor de varkens of wat minder milieuvervuiling, het betreft een fundamentele keus voor de toekomst van de Nederlandse landbouw: industrie of boerderij?

Voorstanders beweren dat ‘agroproductieparken’ dé oplossing zijn om de landbouw dier- en milieuvriendelijker te maken. Varkens hebben meer ruimte, door ter plekke te slachten hoeven de varkens minder getransporteerd te worden en door de verwerking van mest tot energie wordt het milieu gespaard. Een aantal zaken worden echter over het hoofd gezien. Ten eerste leidt het gezamenlijk In één complex huisvesten van honderdduizenden varkens tot onbeheersbare risico’s bij de uitbraak van besmettelijke ziekten, die kunnen leiden tot massale ruimingen. Ten tweede zal door deze plannen de hoeveelheid varkens in Nederland weer groeien. Na de varkenspest van 1997 heeft de overheid een aantal maatregelen genomen waaronder een inkrimping van de sector met 4000-5000 bedrijven. De maatregelen moesten onder meer leiden tot minder milieuvervuiling. Voor veel boerengezinnen die hun bedrijven met hoge kosten hebben aangepast is deze ontwikkeling dan ook een klap in het gezicht. Zij moeten nu weer concurreren tegen deze zogenaamde efficiënte manier van produceren in ‘agroproductieparken’. Ten slotte wordt de afhankelijkheid van de Nederlandse intensieve veehouderij van geïmporteerd veevoer vergroot. In Zuid-Amerika leidt de uitbreidende sojateelt tot vernietiging van unieke natuurgebieden en het verjagen van kleine boeren van hun land.

Bovendien blijft onvermeld dat het de biologisch sector wel lukt om dier- en milieuvriendelijk te produceren. Wel tegen een hogere kostprijs en dat is precies de kern van de zaak. Als we accepteren dat landbouwproducten tegen afbraakprijzen moeten worden geproduceerd lijken de ‘agroproductieparken’ de enige manier om dieren en milieu enigszins te ontzien en evengoed onze exportpositie te behouden. De lage opbrengstprijzen voor boeren zijn een belangrijke oorzaak van de huidige dierenwelzijns- en milieuproblemen in de intensieve veehouderij. De dalende prijzen en inkomens zijn overigens een probleem voor alle Nederlandse agrariërs. Uit onderzoek blijkt dat 44 procent van de boerengezinnen in Nederland een inkomen uit agrarische activiteiten heeft onder de armoedegrens. Bij voortzetting van het huidige beleid zullen er gemiddeld meer dan zes boerenbedrijven per dag worden opgedoekt.

Op dit moment ondersteunt de Nederlandse regering de door de EU en WTO ingeslagen weg van de volledige liberalisering van de wereldhandel in landbouwproducten. Dit zal leiden tot industriële agroparken die eruit zullen zien als Westerse kapitalistisch kolchozen waar grootschaligheid dezelfde nadelige gevolgen zal hebben als destijds in de communistische kolchozen. Een mogelijk alternatief is een modern en flexibel systeem van Europese importheffingen op een aantal in de EU geteelde gewassen. Door dit te combineren met productiebeperking worden vraag en aanbod van Europese landbouwproducten in evenwicht gebracht. Voordelen? Geen dumping van landbouwproducten in ontwikkelingslanden, de Europese landbouwsubsidies kunnen grotendeels worden afgeschaft, en eerlijke prijzen voor Europese boeren waardoor zij voor een fatsoenlijk inkomen met respect voor dieren en het milieu kunnen produceren.

Milieudefensie en platform Aarde Boer Consument vragen de Nederlandse overheid te kiezen voor een eerlijk en evenwichtig landbouwbeleid waarin het boeren familiebedrijf, milieu, dierenwelzijn en internationale solidariteit centraal staan. Om dit verzoek kracht bij te zetten is Milieudefensie onlangs een burgerinitiatief gestart waarmee de Tweede Kamer wordt gevraagd te kiezen voor een veehouderij zonder milieuvervuiling, dierenleed en massale import van veevoersoja. Met een burgerinitiatief kunnen 40.000 mensen de Tweede Kamer verplichten om een voorstel te bespreken en er een standpunt over in te nemen.

Willem van Middeldorp is secretaris van platform Aarde Boer Consument, een platform van kritische boerenorganisaties Wouter van Eck is campagneleider Landbouw en Voedsel van Milieudefensie

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel