Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

In een quick scan heeft de Animal Sciences Group van Wageningen UR, in opdracht van de Raad voor het Landelijk Gebied, de state of the art beschreven rond megabedrijven voor varkens en pluimvee. Megabedrijven onderscheiden zich op het gebied van milieu, diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en arbeidsomstandigheden nauwelijks van reguliere bedrijven. Wel beschikken megabedrijven over meer economische ruimte om te innoveren en te investeren. Daarmee kunnen ze versneld vooruitgang in duurzaamheid boeken, bijvoorbeeld door extra maatregelen in milieu. De beeldvorming van de burger speelt een belangrijke rol bij de discussie over megabedrijven. Onzekerheden over de gevolgen van schaalvergroting op bijvoorbeeld dierenwelzijn en landschappelijke inpassing voeden de discussie over de maatschappelijke aanvaardbaarheid van megabedrijven.

Effecten op de fysieke omgeving
Zonder technologische toepassing leidt clustering van bedrijven met meer dieren op een bepaalde locatie tot meer puntbelasting. Door nieuwe technologische ontwikkelingen hebben megabedrijven echter de mogelijkheid om veel van de emissies van geur, ammoniak en fijnstof te reduceren.
Voor mest en mineralen vindt een ontwikkeling plaats naar mestverwerking (varkens) en in sterkere mate mestverbranding (pluimvee). Voor de varkenshouderij kunnen technologische ontwikkelingen nog verder perspectief bieden, met name gericht op afzet van mestproducten. Aandachtspunt is of de productie van biogas opweegt tegen de fossiele energie die nodig is om de biogasinstallatie draaiende te houden.

Vestigingslocatie, logistiek en transport
Op regionaal niveau kunnen megastallen voordelen bieden voor landschap en milieu. Door een sterkere concentratie van de veehouderij met meer dieren per locatie kan de omvang elders verminderen, waardoor deze gebieden worden ontlast. Op lokaal niveau neemt de belasting van de leefomgeving mogelijk wel toe als gevolg van megastallen. Daarbij gaat het vooral om de impact van toepassing van technologie en slimme infrastructuur met optimalisatie van transport van voer en dieren. Dit is echter niet onderzocht.

Landschapskwaliteit
Megabedrijven hoeven geen problemen op te leveren mits ze zorgvuldig op nieuwe locaties worden ingepast. De omvang van de bouwkavel kan wel van invloed zijn op de mogelijkheid de bedrijven goed landschappelijk in te kunnen passen. Geadviseerd wordt te beschikken over voldoende ruimte om open elementen/doorkijk te kunnen creëren zodat de massaliteit afneemt. Aandachtspunt is het sluipend proces van verstening wanneer nieuwe megastallen of -bedrijven worden gebouwd zonder dat oude stallen worden afgebroken.

Effecten op mens, dier en volksgezondheid
Mogelijke verschillen hangen vooral af van de ondernemer, de locatie waar hij bouwt en in welke mate hij/zij daarbij ook maatschappelijke eisen meeneemt. Bovendien is de kans op uitbraak van een besmettelijke dierziekte op megabedrijven waarschijnlijk kleiner dan op reguliere bedrijven omdat megabedrijven minder contact hebben met andere bedrijven. Wel is de schade groter bij een uitbraak.

Beeldvorming in de samenleving
Het landschap heeft voor de burger een grote cultuurhistorische waarde waarmee men zich identificeert. Een megabedrijf mag dus geen negatieve effecten hebben op het landschap. Alle genoemde beelden raken de burger echter in meer of mindere mate. Daarom leiden megabedrijven tot maatschappelijke discussie. Ondanks dat de wetenschap eerder positieve dan negatieve effecten van megabedrijven laat zien, leidt de maatschappelijke discussie vooralsnog tot een negatief beeld.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel