Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Nederlandse boeren en tuinders hebben hun inkomen sneller zien dalen dan hun Europese collega's. Het inkomen per arbeidskracht nam in de periode van 1997 tot 2007 af met 18 procent. Dat blijkt uit een analyse van het landbouweconomisch instituut LEI. Het inkomen per arbeidskracht in Denemarken en Frankrijk nam in dezelfde periode slechts af met enkele procenten, terwijl het inkomen in Groot-Brittannië stabiliseerde. In Duitsland steeg de toegevoegde waarde met 45 procent. LEI-onderzoeker Kees de Bont benadrukt dat Nederland nog altijd voorop loopt. "Maar het is tegelijk duidelijk dat we relatief onze positie deels hebben prijsgegeven."

Marktmacht is volgens het onderzoek een belangrijke oorzaak van teruglopende inkomens. Boeren zijn onvoldoende in staat kostenstijgingen door te berekenen, en zijn gedwongen hun bedrijfsvoering daarom voortdurend aan te passen. Overheidsbeleid om de prijsvorming te sturen kan volgens de studie de pijn verzachten, maar de druk niet wegnemen. Bedrijven zijn nu eenmaal relatief klein, zijn vooralsnog onvoldoende in staat activiteiten af te stemmen en concurreren op min of meer verzadigde markten.

De achteruitgang valt volgens de onderzoekers van het landbouweconomisch instituut met name te verklaren door de prijsontwikkeling. Daar waar prijzen van consumentenproducten stegen met 3,5 procent per jaar, was dit 3 procent voor voedingsmiddelen en slechts 1,5 procent voor primaire landbouwproducten.

(Bron: Agrarisch Dagblad, Jan Cees Bron, 28-10-'08)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel