Arnhem - Het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland wijst de concentratie van megastallen op aparte (bio-)industrieterreinen af. Het is te duur omdat bedrijven verplaatst moeten worden en het verhoogt de kans op verspreiding van dierziekten en gezondheidsrisico's voor personeel in de veehouderijen.

Ook de stankoverlast wordt vergroot. Verder staat het haaks op het provinciale beleid om in speciaal aangewezen plattelandsgebieden in bijvoorbeeld Gelderse Vallei, Veluwe, Achterhoek en Liemers op beperkte schaaluitbreiding van stallen toe te staan. Dit standpunt hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland, het dagelijks bestuur van de provincie, gisteren ingenomen.

De Provinciale Staten beslissen op 3 december of ze hiermee akkoord gaan. GS van Gelderland voelen niets voor het burgerinitiatief 'megastallen naar (bio-) industrieterreinen'. De indieners en ondertekenaars van het burgerintiatief zijn bezorgd om hun woonomgeving.

Ze vrezen door de opkomst van megastallen onder andere een aantasting van het landschap, verstoring van de samenhang in buurten en toenemende onveiligheid. Ook vrezen de ondertekenaars voor negatieve gevolgen voor natuur, milieu en volksgezondheid door uitstoot van schadelijke stoffen en waardedaling van woningen en boerderijen.

In Gelderland zijn al enkele megastallen, zoals een kippenfarm in Groesbeek en een varkenshouderij Knorhof in Buren. Er zijn plannen voor meer megastallen, zoals in Halle-Heide, in de gemeente Oude IJsselstreek en rondom Beemte-Vaassen. Over het begrip megastallen is nogal wat begripsverwarring.

Het burgerinitiatief spreekt van een megastal bij 2000 of meer vleesvarkens, meer dan 750 zeugen of meer dan 40.000 legkippen. Het onderzoeksinstituut Alterra doet dat bij 7500 vleesvarkens en 120.000 leghennen. De Raad voor het Landelijk Gebied gaat uit van hogere aantallen in zijn stukken over megastallen: 12.500 of meer vleesvarkens en 185.000 of meer legkippen.

(Bron: De Gelderlander, 5 november 2008)