Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op een brief van Behoud de Parel van 19 juli 2008 over handhaving van milieueisen bij intensieve veehouderijen antwoordde B&W dat de meeste bedrijven voldeden aan de milieunormen. Uit de beschikbaar gestelde gegevens bleek echter dat eenderde van de bedrijven in Horst aan de Maas niet voldeden aan de eisen (zie ?q=node/657). Reden voor Behoud de Parel op 14 november een tweede brief te sturen naar B&W, met aanvullende vragen (zie bijlage). Verzocht werd vóór 1 december te antwoorden. Drie december kwam een antwoord... op een klein deeltje van de brief (zie bijlage).

In de brief van Behoud de Parel van 19 juli 2008 werd verzocht gegevens toe te sturen met betrekking tot veehouderijbedrijven binnen de gemeentegrenzen (bedrijfsnaam en bedrijfsadres) die zouden moeten voldoen aan de IPPC-drempelwaarde en dus ook aan de Best Beschikbare Technieken en momenteel zowel in de praktijk als vergunningtechnisch niet voldoen aan die geldende eis. Uit het antwoord bleek dat niet alle bedrijven binnen de daartoe gestelde termijn voldaan hebben aan de wettelijke eisen. Er zouden volgens B&W met deze bedrijven afspraken zijn gemaakt om alsnog aan de eisen te gaan voldoen.

In een vervolgbrief van Behoud de Parel van 14 november 2008 gaf Behoud de Parel aan, welke intensieve veehouderijen nog niet aan de wet voldoen. daarnaast geeft behoud de Parel aan dat reeds ruim voor 2007 activiteiten in gang gezet hadden moeten worden om de datum waarvóór aan de eisen had moeten worden voldaan, ook daadwerkelijk te halen . Nu dat niet gebeurd is, blijven de genoemde bedrijven volgens Behoud de Parel bijdragen aan milieu- en luchtverontreiniging. Niet alleen in de vorm van fijnstof (PM10), maar ook in de vorm van ammoniak, een secundair aërosol, veroorzaker van het veel gevaarlijker fijnstof (PM2,5). Daarbij is ammoniak mede de oorzaak van het verdwijnen van de biodiversiteit in de ruimste zin van het woord.

Een en ander is voor Behoud de Parel reden in haar brief te vragen of het college van B&W het met Behoud de Parel eens is dat de gevaren voor de volksgezondheid, als gevolg van de verslechtering van het milieu en de luchtkwaliteit, veroorzaakt door intensieve veehouderijen die niet voldoen aan IPPC-richtlijnen, onvoldoende in acht worden genomen en dat daarmee in strijd gehandeld wordt met de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheiden en met het Europese en Nederlandse beleid inzake de reductie van ammoniak geschonden wordt.

In haar antwoord, gedateerd op drie december 2008, antwoordt het College van B&W slechts op één onderdeel van de brief van Behoud de Parel. Erkend wordt dat het bedrijf dat gevestigd is op Laagheideweg nummer 9 - het bedrijf van Vullings, één van de participanten van het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) - niet voldoet aan de IPPC-normen, waar het bedrijf volgens de Europese regelgeving vóór 2007 aan had dienen te voldoen. De milieuvergunning voor het bedrijf zal - zo stelt het college - "geactualiseerd" worden in de procedure die voorafgaat aan de komst van het NGB. En de provincie zou daar dan verantwoordelijk voor zijn. De komst van het NGB is - onder andere vanwege de acties en te voeren juridische procedures van Behoud de Parel - nog uiterst ongewis. Ondertussen blijft het bedrijf feitelijk de gestelde normen overtreden.

En antwoorden op de andere in de brief van Behoud de Parel gestelde vragen blijven intussen ook uit.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel