Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De veehouderij stoot in 2020 meer methaan en fijnstof uit, als geen aanvullende maatregelen worden genomen. Ammoniak vormt tegen die tijd naar verwachting minder een probleem. Dat concludeert het Wageningse instituut LEI in een studie naar de verwachte uitstoot van schadelijke stoffen door de Nederlandse veehouderij in 2020. De studie is verricht voor het ministerie van LNV, met het oog op nieuwe maxima voor de uitstoot van de stoffen (de zogeheten NEC-plafonds) in 2020, waarvoor de Europese Commissie naar verwachting volgend jaar voorstellen doet. Het gaat met name om ammoniak, fijnstof, methaan en lachgas.

Technische maatregelen lijken economisch het beste alternatief om de uitstoot te beperken. Lastig daarbij is dat de uitkomst daarvan moeilijk is te bepalen, omdat deze afhankelijk is van de productie en het aantal gehouden dieren in een sector, en daarmee mede van de economische situatie.

Het begrenzen van de uistoot door verhandelbare rechten voor stikstof en fosfaat voor de gehele veeteelt heeft als groot nadeel dat de intensieve veehouderij het dan waarschijnlijk aflegt tegen de melkveehouderij. Als de volumemaatregelen gelijkelijk worden verdeeld over de verschillende veesectoren, is dat economisch minder efficiënt, aldus het LEI.

De uitstoot van ammoniak is in 2020 bij voortzetting van het huidige beleid naar verwachting een stuk lager dan in 2006. Dit komt vooral door het mestbeleid en door de verplichting van emissiearme stallen.

Het LEI merkt op dat de (intensieve) veehouderij de kosten voor nieuwe emissiebeperkende maatregelen maar moeilijk kan doorbereken aan haar afnemers, omdat ze produceert voor de Europese en wereldmarkt.

(Bron: Agrarisch Dagblad, Stef Severt, 8-12-'08)

Behoud de Parel