Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Behoud de Parel heeft grote twijfels over de fijnstofmetingen van het meetstation nabij LOG Witveldweg. Die twijfel baseert de vereniging op een onderzoek van Teus Hagen (een eerder artikel is hier te lezen). Deze verzamelde metingen over een periode van ruim twee en een half jaar door over die periode alle gegevens van het meetstation te downloaden en te vergelijken met overheidsrapporten. Eerder (2009/2010) onderzocht Behoud de Parel de uitstoot van fijn stof en concludeerde dat er reden was voor zorg (zie: het artikel van 2010).

Meetgegevens geven te gunstig beeld over uitstoot fijn stof.
In haar brief aan vereniging Behoud de Parel stelt het college van B&W het niet eens te zijn met de visie van Teus Hagen, dat de meetgegevens van het station nabij Landbouwontwikkelingsgebied Witveldweg (waar het Nieuw Gemengd Bedrijf een stal met 1,2 miljoen kippen, 35.000 varkens en een mestvergistingsinstallatie heeft gepland) een te gunstig beeld opleveren waar het gaat om de uitstoot van fijn stof. Het college wijst op de EU-Richtlijn 2008/50/EG van de Europese Unie, die volgens B&W niet overschreden worden. Verder merkt het college op dat in het rapport van Hagen verschillende normen worden aangehaald. De Europese en de WHO-normen. De laatste zijn veel scherper dan die van Europa. Desalniettemin stelt B&W dat de
Europese normen voldoende rekening houden met gezondheidsaspecten. Zij vergeet te melden dat de Europese normen op verzoek van de Nederlandse regering zijn bijgesteld, om eventueel negatieve economische gevolgen te beperken. Uit de rapportages van het meetpunt Hoogheide die tot nu toe (laatste rapport is van november 2014) door de provincie Limburg zijn aangeleverd, blijkt volgens B&W niet dat er sprake is van een overschrijding van de normen.

Geen milieuruimte meer voor agrarische activiteiten
Het college van B&W van Horst aan de Maas bestrijdt de stelling van Hagen dat in Horst aan de Maas "fijnstof zich bevindt op de rand van de norm van 2005 en in het verlengde daarvan geen milieuruimte bestaat". De rapportages van het RIVM en die van de provincie Limburg (die beiden uit gaan van de Europese norm) zouden dat aantonen.

Regionale maatregelen om de fijnstofemissies te beperken.
Volgens B&W heeft het gemeentebestuur geen (wettelijke) mogelijkheden om regionale maatregelen door te voeren om emissies te beperken anders dan actief beleid te voeren. Daarbij wijst ze op  geconstateerde overschrijdingen van de grenswaarden nabij veehouderijen isonder andere de gemeenten Nederweert en Asten, die een gebiedsgerichte aanpak hebben opgesteld. Hoofddoel hiervan is het inventariseren van mogelijkheden om overschrijdingen van de fijnstofnormen te voorkomen en weg te nemen binnen de eigen gemeentegrenzen. Bij een dergelijke aanpak vragen maatregelen veelal om een vrijwillige medewerking van veehouders omdat gemeenten, op grond van de huidige wet- en regelgeving slechts beperkte instrumenten hebben om maatregelen af te dwingen (i.c. actief beleid voeren). Maar, voegt B&W daar aan toe, gelet op de meetresultaten voor Horst aan de Maas wordt een gebiedsgerichte aanpak niet overwogen...

Staatssecretaris: overschrijdingen fijnstofnormen in Noord-Limburg
Staatssecretaris Mansfeld heeft aan de Tweede Kamer laten weten dat er twee gebieden zijn waar te veel overschrijdingen van de fijnstofnormen zijn geconstateerd. Eén van die plekken is Oost Brabant/Noord-Limburg. Het commentaar van B&W op deze bevinding: Het betreft een probleem waar gemeenten geen invloed op hebben. Verder wijst B&W er op dat in de brief Horst aan de Maas niet genoemd wordt als onderdeel van het gebied Noord-Limburg. Andere gemeenten worden wel in de brief genoemd, zoals Nederweert, Asten, Someren, Deurne en Peel en Maas. Uit deze opsomming blijkt volgens het college dat Horst aan de Maas wel in de classificatie "Noord Limburg" valt maar als gemeente niet met name genoemd wordt. Alsof de fijnstof emmissies zich iets aantrekken van gemeentegrenzen... Tenslotte stelt B&W dat de aanpak van de rijksoverheid er op gericht is fijnstofemÍssies bij veehouderijen te verminderen. Gemeentes zijn in deze vaak afhankelijk van vrijwillige medewerking van veehouders. Een wat slappe houding, als je bedenkt dat de gemeente mede verantwoordelijk is voor de gezondheidvan haar bevolking.

Maatregelen om foutenpercentage metingen terugdringen.
B&W erkennen dat er fouten zijn gemaakt bij de metingen van fijn stof, door uitval van apparatuur en de onnauwkeurigheid verbonden aan de gebruikte meetmethodiek. Maar zij blijft desondanks stellen dat de metingen die in Horst aan de Maas worden uitgevoerd voldoen aan de criteria voor beschikbaarheid van meetgegevens en meetonzekerheid zoals vastgelegd in de desbetreffende normen die voor de onderhavige fijnstofmetingen van toepassing zijn. Volgens B&W zijn er in de periode vanaf 24 juni 20l4 in Horst aan de Maas wel metingen uitgevoerd maar deze zijn door een menselijke fout na het uitvoeren van onderhoud niet doorgestuurd naar de website. Volgens B&W zijn de metingen en datalogging echter gewoon doorgegaan. De menselijke fout zou derhalve niet van invloed zijn geweest op de rapportage.

Maatregelen om onder de grens te blijven.
B&W geven in hun brief aan Behoud de Parel aan dat de besluitvorming van het gemeentebestuur gericht is op het in acht nemen van wettelijke normen. Deze mogen niet overschreden worden. Dat de normen die gehanteerd worden, in de nabije toekomst scherper worden, laat B&W in het midden. Zij wijst er op dat gemeentebestuur, gemeenteraad, dorpsraad Grubbenvorst, Horst, Melderslo en Lottum tweemaal per jaar geïnformeerd worden nadat de provincie heeft gerapporteerd over de meetresultaten. Die meetresultaten geven het college van B&W geen aanleiding om actie te ondernemen dier er toe leidt dat de emmissie van fijn stof teruggedrongen wordt.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel