Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

DEN HAAG – Staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) is een zogeheten ‘internetconsultatie’ gestart over een wetsvoorstel die provincies en gemeenten de bevoegdheid geeft om het aantal dieren in veedichte gebieden te reguleren om ongewenste effecten voor de volksgezondheid te beperken of te voorkomen. Ze roept burgers op hieraan deel te nemen. Het voorstel is aangekondigd in het kabinetsstandpunt ‘Omvang intensieve veehouderij en schaalgrootte’.

Het doel van de regeling is om het aantal dieren te reguleren in het belang van de volksgezondheid. De regeling biedt het bestuur van een provincie of een gemeente een wettelijke mogelijkheid om veedichte gebieden aan te wijzen en in deze gebieden grenzen te stellen aan:

  • het totaal aantal dieren dat tezamen door alle veehouderijlocaties kan worden gehouden
  • het totaal aantal dieren dat per veehouderijlocatie kan worden gehouden
  • het totaal aantal dieren dat op veehouderijlocaties per oppervlakte eenheid kan worden gehouden (dierintensiteit)

Volgens het wetsvoorstel vindt de regulering van dieraantallen plaats op basis van het bij beschikking vast te stellen aantal dieren dat ten hoogste op veehouderijlocaties in een aangewezen gebied kan worden gehouden. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar diersoorten, delen van een aangewezen gebied en naar bedrijfstypes afhankelijk van de vastgestelde gezondheidsrisico’s.

Maatregelen kunnen worden genomen indien op basis van een risicoanalyse is onderbouwd en aangetoond dat er een relatie is tussen gezondheidsrisico’s voor de mens en het aantal dieren in een aan te wijzen gebied. Het betreft gezondheidsrisico’s in brede zin, zoals zoönosen, geur, fijnstof en endotoxinen. De wettelijke voorziening is aanvullend op het omgevingsrecht en regels die zijn vastgesteld met het oog op dierziektebestrijding. Dit voorstel maakt het mogelijk voor gemeenten en provincie om sturende maatregelen te nemen ten aanzien van dieraantallen.

consultatie_dijksma
Oproep burgers

Aangezien deregeling als doel heeft gezondheidsrisico’s van veehouderijen voor burgers in aangewezen veedichte gebieden te beperken en te beheersen, roept de staatssecretaris burgers op hieraan deel te nemen. In beginsel kunnen alle veehouderijsectoren met deze regeling te maken krijgen indien de gezondheidsrisico’s gerelateerd zijn aan dieraantallen en dierdichtheid in een aangewezen gebied.

De maatregelen kunnen overwogen worden in gebieden met een hoge dierdichtheid, bijvoorbeeld gebieden gelegen in Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. In beginsel zijn de maatregelen van tijdelijke aard voor een duur van vijf jaren. Het doel van de consultatie is om belanghebbenden te informeren, en hen de mogelijkheid te bieden om te reageren op het conceptwetsvoorstel.

Verwachte effecten
De intensieve veehouderij heeft de afgelopen jaren geleid tot ongerustheid en ongenoegen in delen van het landelijk gebied in Nederland. De zorgen gaan over geuroverlast en over de gevolgen voor de volksgezondheid van zoönosen, emissies van fijn stof en endotoxinen. Daarnaast zijn er zorgen over het dierenwelzijn en de leefbaarheid en sociale cohesie in lokale gemeenschappen.

Bestaande wetten zoals de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren (GWWD) en het omgevingsinstrumentarium (Wet op de ruimtelijke ordening (Wro), Wet Milieubeheer en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)) bieden volgens Dijksma onvoldoende basis om gebiedsgericht rechtstreeks op dieraantallen te sturen, waarmee onderbouwde en aangetoonde gezondheidsrisico’s van veehouderijen worden beperkt of beheerst.

Beperkingen wenselijk
Hoewel er volgens de staatssecretaris op dit moment nog onvoldoende wetenschappelijke kennis zou zijn over de relatie tussen dieraantallen en risico’s voor de volksgezondheid, is het volgens haar wenselijk om met een wettelijke voorziening te komen waarmee provincies en gemeenten in een later stadium vanuit het oogpunt van volksgezondheid beperkingen kunnen stellen aan het aantal dieren dan wel aan de intensiteit waarin dieren op veehouderijlocaties in bepaalde gebieden worden gehouden.

‘Verwacht wordt dat de regeling een bijdrage levert aan het, uit oogpunt van preventie, beheersen van risico’s voor en het zoveel mogelijk voorkomen van schade aan de volksgezondheid als gevolg van de effecten van grote dieraantallen op veehouderijen’, aldus de toelichting op het wetsvoorstel.

Veesector ‘niet blij’
Het voorstel van staatssecretaris Dijksma valt niet goed binnen de veesector. De voorzitter van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), Dirk Jan Schoonman, stelt in een bericht in De Boerderij dat ‘wel heel erg sterk een link gelegd wordt tussen gezondheid en aantallen dieren’. De Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) is ‘faliekant tegen het wetsvoorstel’. Volgens voorzitter Ingrid Jansen heeft de varkenshouderij al met voldoende wetten en regels te maken op het gebied van geur en ammoniak. Ook zou volgens de NVV een wetenschappelijke basis ontbreken voor een relatie tussen dieraantallen en volksgezondheid.

Q-koorts en risico pandemie
Recente uitbraken van onder meer de Q-koorts in Brabant hebben aangetoond dat er wel degelijk een reëel risico en verband is tussen dieren in een bepaald gebied en de volksgezondheid. Verder heeft viroloog Ab Osterhaus begin februari 2014 in het Eindhovens Dagblad gezegd dat in Brabant (de Peelregio in het bijzonder) de veedichtheid, schaalgrootte en mix van pluimvee en varkens zodanig is, dat in de Peelregio het risico bestaat van de uitbraak van een pandemie.

De Peelregio heeft de allerhoogste veedichtheid van Europa. Zelfs wereldwijd zijn er maar weinig locaties te vinden waar zoveel (verschillende) dieren op zo’n korte afstand van elkaar in een bevolkingsdicht gebied worden gehouden. Alle reden dus om zeer kritisch naar deze situatie te kijken en instrumenten te hebben om in te grijpen.

(Bron: Mens, Dier & Peel 19-6-'14)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel