Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Schone lucht is van levensbelang voor de gezondheid. Luchtverontreiniging heeft een negatieve invloed op de gezondheid en is de voornaamste oorzaak van gezondheidsklachten door milieuinvloeden. Ondanks dat de lucht de laatste jaren schoner is geworden, veroorzaken de huidige concentraties luchtverontreiniging nog steeds veel gezondheidsschade. Op dit moment overlijden er jaarlijks 12.000 mensen vroegtijdig door de uitstoot van schadelijke stoffen als fijn stof en stikstofdioxide via deze bronnen. Sabine Denissen, Milieugezondheidskundige bij het Team gezondheid, milieu en veiligheid (GMV) en daarnaast ook epidemioloog, onderzocht in opdracht van de GGD West-Brabant, GGD Hart voor Brabant en GGD Brabant-Zuidoost naar de luchtkwaliteit in Brabant. Het onderzoek is ook relevant voor Noord-Limburg, omdat de situatie in Noord-Limburg vergelijkbaar is met Zuid-Oost Brabant (De Peel).

Doel van het onderzoek
De hoofdvraag die Sabine Denissen in dit rapport beantwoordt, luidt: “Wat is de impact van luchtverontreiniging op ziektelast en vroegtijdige sterfte van inwoners in Noord-Brabant?” Daarbij zijn de volgende deelvragen te onderscheiden:
1. Wat is de blootstelling van inwoners van Noord-Brabant aan fijn stof (PM2,5 en PM10) en stikstofdioxide (NO2)?
2. Hoe groot is de emissie van luchtverontreinigende stoffen door diverse bronnen in NoordBrabant?

Op basis van de conclusies die uit deze onderzoeksvragen getrokken kunnen worden, volgen vervolgens adviezen aan gemeenten en provincie hoe zij kunnen bijdragen aan schonere en daarmee gezondere lucht.

Methode
De analyses in het rapport (zie bijlage) zijn gebaseerd op de beschikbare representatieve gegevens uit het jaar 2019. Hierbij is de concentratie voor PM10, PM2,5 en NO2 omgerekend naar de bevolkingsgewogen jaargemiddelde concentraties ofwel de blootstelling aan deze stoffen. Het verschil tussen blootstelling en concentratie is dat er bij blootstelling ook rekening gehouden wordt met hoeveel mensen ergens wonen. Hierdoor is blootstelling een betere maat voor gezondheidsimpact dan de concentratie. De GGD rekentool en de meerookmethode zijn gebruikt om deze blootstellingsgegevens door te rekenen naar de omvang van de ziektelast in Noord Brabant (op regionaal en gemeentelijk niveau). Dit draagt bij aan het onderbouwen van de ernst van het probleem en de noodzaak tot verbetering van de luchtkwaliteit. Tot slot zijn gegevens van de Emissieregistratie over emissies van verschillende bronnen in 2019 inzichtelijk gemaakt.

Blootstelling van Noord-Brabanders aan luchtverontreiniging
De blootstelling van Noord-Brabanders aan luchtverontreiniging voldeed in 2019 niet aan de huidige, in 2021 aangescherpte, gezondheidskundige WHO advieswaarden (PM2,5: 5 µg/m3 , PM10: 15 µg/m3 en NO2: 10 µg/m3). Dit betekent dat op geen enkel woonadres in Noord-Brabant aan de gezondheidskundige WHO advieswaarden voor luchtkwaliteit wordt voldaan. Dit heeft nadelige consequenties voor de gezondheid van de gemiddelde Brabander. De variatie in blootstelling aan NO2, PM10 en PM2,5 tussen de Brabantse gemeenten en buurten is groot. De gemiddelde blootstelling aan NO2 is het hoogst in de vier grootste steden, en het laagst in de zuidelijke grensgemeenten. De hoogste gemiddelde blootstelling aan PM10 is terug te zien in Luchtkwaliteit en gezondheid in de provincie Noord-Brabant | mei 2022 3 de gemeenten in het midden van Oost-Brabant en Zuidoost-Brabant, en de blootstelling is het laagst in de meest westelijke gemeenten van de provincie. De hoogste jaargemiddelde blootstelling aan PM2,5 is in het midden van Oost-Brabant zien, de laagste in West-Brabant. Verder blijkt dat de variatie tussen de buurten, ook binnen dezelfde gemeente, groot is.

Gezondheidseffecten van luchtverontreiniging
De mate van luchtverontreiniging leidt tot aanzienlijke gezondheidsschade. De gezondheidseffecten gemiddeld over heel Noord-Brabant zijn als volgt:
➢ Bij 1 op de 5 (20,2%) kinderen met astma, is de astma toe te schrijven aan luchtverontreiniging.
➢ Bij bijna 1 op de 4 (22,9%) volwassenen met een hartvaatziekte, is de ziekte toe te schrijven aan luchtverontreiniging.
➢ Bij ruim 1 op de 7 (15,1%) longkankerpatiënten, is de longkanker toe te schrijven aan luchtverontreiniging.
➢ De gemiddelde vroegtijdige sterfte door blootstelling aan PM10 en NO2 is in Noord-Brabant 358 dagen. Brabanders verliezen dus gemiddeld bijna een jaar door vervuilde lucht.
➢ De gezondheidsschade door de blootstelling aan luchtverontreiniging is in Noord-Brabant vergelijkbaar met het meeroken van 4,9 sigaretten per dag. De lucht die bewoners in NoordBrabant inademen is dus vergelijkbaar met de lucht die iemand zou inademen als een huisgenoot elke dag bijna 5 sigaretten binnenshuis rookt.

Doordat er een grote variatie is in blootstelling aan NO2, PM10 en PM2,5 tussen gemeenten, spreekt het voor zich dat ook de mate van gezondheidseffecten door luchtverontreiniging verschilt tussen gemeenten (dit geldt vervolgens ook voor buurten).

Bronnen van luchtverontreiniging
Wegverkeer is de belangrijkste bron van uitstoot van NO2, gevolgd door industrie, landbouw, mobiele werktuigen en scheepvaart. De belangrijkste bronnen van PM10 zijn landbouw, industrie, houtstook en wegverkeer. De belangrijkste bron van PM2,5 uitstoot is houtstook, gevolgd door industrie en wegverkeer. Het is belangrijk om te vermelden dat secundair gevormd fijn stof niet meegenomen kan worden in de bronbijdragen, terwijl landbouw via secundair fijn stof wel een belangrijke bijdrage levert aan PM2,5.

Er is sprake van verschillen tussen de regio’s waarin bepaalde bronnen bijdragen aan de mate van luchtverontreiniging:
- In alle regio’s is wegverkeer de belangrijkste bron van uitstoot van NO2. Na wegverkeer is in West-Brabant industrie ook een grote bron, en in Noordoost- en Zuidoost-Brabant is dit landbouw. In Midden-Brabant zijn de bijdragen van industrie en landbouw ongeveer gelijk. Mobiele werktuigen en scheepvaart (met name in West-Brabant) hebben ook een aanzienlijk aandeel in de totale NO2 uitstoot.
- Wat betreft PM10 geldt dat in West Brabant de industrie het grootste aandeel heeft in de PM10 uitstoot en in Noordoost- en Zuidoost-Brabant landbouw.

Adviezen voor beleid
Om schone lucht te realiseren, zijn er beleidsmaatregelen nodig om de luchtkwaliteit te verbeteren. De GGD adviseert om allereerst in te zetten op bronmaatregelen die de uitstoot verminderen. Daarnaast kan gevoelige bestemmingenbeleid, ondanks dat de uitstoot daarbij niet verandert, bijdragen aan het beschermen van de meest gevoelige groepen.

In een gezonde leefomgeving gaat om meer dan alleen het terugdringen van (blootstelling aan) milieufactoren zoals luchtverontreiniging en geluid. Het gaat naast het beschermen van de gezondheid namelijk ook om het bevorderen daarvan via verschillende domeinen. Denk daarbij aan voldoende en veilige fiets- en wandelpaden en aan een groene omgeving die uitnodigt tot ontmoeten, spelen, sporten en ontspannen.

Tot slot - zo wordt gesteld in het rapport - is schone lucht een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daaruit concludeert Behoud de Parel dat de GGD in Limburg daarom op z'n minst een vergelijkbaaronderzoek zou moeten doen naar de luchtkwaliteit in Noord- en Midden Limburg.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel