Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Teus Hagen, lid van vereniging Behoud de Parel uit Grubbenvorst, heeft namens de vereniging een meetstation ontworpen, waarmee particulieren de luchtkwaliteit (onder andere fijn stof) kunnen meten (over het project "MySense" kunt u hier lezen). Was Teus Hagen één van de eersten die - naar aanleiding van de uitstoot van fijn stof door het Nieuw Gemengd Bedrijf (een intensieve veehouderij met 30.000 varkens, 1,2 miljoen kippen, een slachterij en een mestverwerkingsinstallatie) - aan de slag ging met de ontwikkeling van meetapparatuur, inmiddels is het gebruik van meer betaalbare en kwalitatieve sensoren voor luchtkwaliteitsmetingen snel toegenomen. Met name ook de toename van het aantal burgers dat zelf de luchtkwaliteit aan het meten is gegaan. Dit heeft grote implicaties voor traditionele monitoring van de luchtkwaliteit. Reden voor een aantal medewerkers van het RIVM om hierover een artikel te publiceren (dat - Engelstalige - artikel kunt u hier lezen) op basis van door hen uitgevoerd onderzoek.

Bij de meetapparatuur die door particulieren ontwikkeld wordt gaat het vooral om apparatuur die stikstof en fijn stof (zowel PM 10 als PM 2,5 en zelfs PM1)  meten. Het RIVM ondersteunt dergelijke initiatieven met een platform voor Openbare informatie over luchtkwaliteit en "Citzen Science".

In haar onderzoek stellen de RIVM-medewerkers dat de toegepaste sensoren de luchtkwaliteit naar behoren kunnen meten en daarmee een waardevolle aanvulling zijn op de traditionele monitoring van de luchtkwaliteit. Er is naar de mening van de onderzoekers nog wel meer onderzoek nodig naar de kalbratie van de apparatuur en een - wat ze noemen - "robuuste methode" om de apparatuur te kalibreren. Ook willen de onderzoekers een beter begrip krijgen van de behoefte van particulieren (burgers) om informatie te krijgen over de luchtkwaliteit.

In ieder geval - zo stellen de onderzoekers - kan luchtvervuiling beschouwd worden als een voortdurende bedreiging voor de volksgezondheid. Elk jaar zijn er in de EU zo'n 400.000 voortijdige sterfgevallen te betreuren als gevolg van die luchtvervuiling. Reden voor de EU om normen te stellen aan de luchtkwaliteit, de "toegestane" uitstoot van luchtvervuiling door bijvoorbeeld de Intensieve Veehouderij en hoe de omgevingslucht moet worden gemeten. Dat heeft onder andere geresulteerd in het plaatsen van 58 meetstations door het RIVM, zoals bijvoorbeeld in Vredepeel. Maar de verschillende meetstations van het RIVM staan nogal ver uit elkaar. De metingen die voortkomen uit die meetstations leveren te weinig preciese informatie op voor lokale situaties. Voorheen werd door ingewikkelde berekeningen de lokale luchtkwaliteit geëxtrapoleerd, met grote onzekerheden als gevolg. Die methode voldeed niet aan de behoefte van burgers naar informatie over hun eigen leefomgeving. Gemeenten - zo ook de gemeente Horst aan de Maas - baseerden vergunningverlening aan bijvoorbeeld IV-bedrijven op basis van deze feitelijk onzekere meetgegevens! Als burgers die meetgegevens in twijfel trokken, waste de overheid haar handen in onschuld... In Horst aan de Maas werd door de gemeente in overleg met de provincie nog wel een extra meetstation geplaatst nabij de lokatie van de nieuwe IV-bedrijven, maar dat meetstation bleek al snel onvoldoende gegevens te verstrekken en functioneerde in de aanvang onvoldoende.

De door particulieren ontwikkelde apparatuur - gekoppeld aan GPS (satelliet) of smartphone - geeft een beter en gedetaileerder inzicht in de blootstelling aan luchtvervuiling door het verkeer, de industrie en bijvoorbeeld ook de intensieve veehouderij. Deze nieuwe ontwikkeling geeft ook weer nieuwe problemen. De kwaliteit van de ontwikkelde meetapparatuur is niet altijd even goed en levert dus ook verschillende meetgegevens. Overheden maken zich zorgen over het gebruik van die meetgevens in juridische procedures bij het verlenen van vergunningen (de apparatuur heeft nog geen officiële status). Als reactie op die problemen is het Ministerie van Infrastructuur en Waterbeheer een programma gestart met als titel: "Innovatieprogramma voor milieumonitoring (IPEM)", dat is gestart in 2016 en zal vijf jaar duren. Dat programma moet leiden naar een hoogwaardig meetnetwerk van particuliere en officiële meetapparatuur van verschillende overheden, dat gegevens levert voor de lokale bevolking en nationaal een controlesysteem biedt. Het RIVM zal vervolgens de taak behouden de op deze manier verkregen om de gegevens vanuit een onafhankelijke positie te interpreteren.

In het artikel van de RIVM-medewerkers worden bouwstenen aangeleverd voor het hiervoor genoemde Innovatieprogramma voor milieumonitoring (in de bijlage vindt de lezer de  - via 'Google-translate' vertaalde) Nederlandse tekst. Gewezen wordt op het project "samen meten", welke met de jaarwisseling van 2016/2017 van start ging met het meten van de luchtvervuiling door het vuurwerk en waar Behoud de Parel ook aan mee heeft gewerkt.(lees hier het artikel over die meting op deze website).

Uit het onderzoek concluderen de onderzoekers dat de rol van de particuliere metingen in de komende jaren door de opkomst van burgerwetenschap steeds verder zal toenemen. Het RIVM-kennisportaal en een gecentraliseerd dataplatform kan daarbij een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld om in contact te komen en te blijven met de burgers die zelf meten en vast te stellen wat de behoefte is van die burgers aan specifieke informatie over de luchtkwaliteit. Alle informatie daarover moet dan wel openbaar zijn. Veel van de gebruikers van de zelf vastgestelde meetgegevens zoeken naar informatie over de relatie tussen hun gezondheid en de luchtvervuiling die ze meten.  Maar het vaststellen van die relatie is nog lastig vanwege de beperkingen van de ontwikkelde particuliere meetapparatuur, de beperkte meetresultaten en de statistische verwerking en interpretaties. De taak van onafhankelijke instellingen, zoals het RIVM zijn dan ook nodig, om de meetresultaten naar waarde te schatten.

Aan het einde van het artikel wordt Teus Hagen, lid van vereniging Behoud de Parel, apart bedankt voor diens bijdrage als burgerwetenschapper voor diens bijdrage aan de ontwikkeling van het project van het RIVM.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel