Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De zondag overleden Wien van den Brink maakte vooral naam als militante voorman van de NVV. Een club van varkenshouders die fanatiek strijden voor hun eigen toko en geïnstitutionaliseerde belangenorganisaties als de Brabantse ZLTO te slap vinden. Maar de ruziemaker uit Putten wist voor zijn achterban veel meer te bereiken in de Tweede Kamer. Zonder de steun van deze Fortuynist, had Ger Koopmans van het CDA in 2005 noóit zijn roemruchtige boerencoup kunnen plaatsen. Samen met de liberale boer Gert-Jan Oplaat en Bas van der Vlies, de onverwoestbare SGP-voorman die het agrarisch belang in de kamerbankjes reeds een kwart eeuw voortvarend behartigt, zorgden deze sluwe vossen er op een achternamiddag voor dat de handel in varkens- en kippenrechten werd vrijgegeven. Kapitaalkrachtige Brabantse boeren kunnen sinds 2008 hun veestapel ongehinderd uitbreiden met dierrrechten die zij kopen van collega's uit andere provincies. Hoe de handel precies verloopt, weten alleen de insiders: de makelaars en hun opdrachtgevers.

Officieel is niet bekend hoeveel rechten precies in omloop zijn. Vooral de 'slapende' (ongebruikte) rechten zijn een ongrijpbaar fenomeen. Uit de statistieken blijkt dat de varkensstapel in Brabant de laatste jaren fors is gegroeid. Rechten worden benut voor uitbreiding van bedrijven. Wie in het buitengebied goed om zich heen kijkt, ontwaart vele stallen in aanbouw. Niet alleen voor varkens maar ook voor koeien die steeds vaker op stal komen te staan en erg veel ruimte nodig hebben. Maar binnen de doorsnee bouwblokken van 1 à 1,5 hectare is ook voor de hangarstal doorgaans nog voldoende ruimte. Dat beperkt ingewikkelde procedures, die doorgaans alleen over de milieuvergunning gaan. Is die hindernis overwonnen dan kan er probleemloos en vaak van een stuitende lelijkheid worden gebouwd. De architectuur dringt mondjesmaat tot het buitengebied door. De boerenleenbank ziet kennelijk nog steeds brood in financiering van de varkenshouderij, ook op plaatsen waar dat niet zou moeten en daarOlll ook niet zou kunnen, zo spiegelden bestuurders ons vaak voor. Maar zij hebben doorgaans ook geen greep op de werkelijkheid. Zo rukt de schaalvergroting bij incident op, zonder dat je kunt spreken van een varkensinvasie. Dat angstbeeld doemt op voor de talrijke burgers die het buitengebied bevolken en knokken voor hun leefbaarheid.

Deskundigen voorspellen en statistici rekenen uit dat in Brabant over 10 jaar van de 3000 varkenshouderijen er nog hooguit 1500 resteren. Dit zijn dan de megafokbedrijven die de ratrace om het marginale bestaan het langst kunnen volhouden. De hier geboren biggen worden over de grens goedkoper afgemest. Vooral in Duitsland knellen de milieuregels minder dan bij ons.

Maar hoe zwaar zuchten onze veeboeren onder deze regels? In ieder geval minder dan in het politieke debat vaak wordt beweerd, betogen Valentijn Wösten en Ton van Hoof in het Tijdschrift voor Agrarisch Recht (zie bijlagen). Volgens deze juridische prijsvechters zijn de milieunormen voor de veehouderij de laatste tien jaar fors en systhematisch verlaagd. Burgers en natuur worden daardoor steeds minder tegen stank en ammoniak beschermd, stellen zij. Zo is de Wet Ammoniak en Veehouderij sinds 2002 vakkundig onttakeld. Weinig veehouderijen hebben nog last van deze wet, die dientengevolge de overbelaste natuur op de Brabantse zandgronden marginaal beschermt. De uitstoot van ammoniak neemt weer toe. Wederom met dank aan Wien van óen Brink en zijn parlementaire bondgenoten.

(Bron: Brabants Dagblad, Ron Lodewijks, 10-1-'10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel