Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De signalen zijn verontrustend. Maar tot nu toe staat bureaucratisch gehakketak tussen overheden in de weg van een groot onderzoek naar de gevolgen van grote concentraties varkens voor de volksgezondheid.

Onlangs is eindelijk een onderzoeksvoorstel richting Den Haag gegaan om de situatie in onder meer Boekel en Venhorst te bekijken, maar ook hierover is gebakkelei. De trein van de reconstructie dendert intussen door.

Enkele van de meest aansprekende voorbeelden
Huisarts Jan Hoevenaars in Elsendorp ziet in zijn praktijk veel meer patiënten met aandoeningen aan de luchtwegen. Concrete cijfers wil de medicus niet vrijgeven om onrust te voorkomen. Hij gaat er vanuit dat bacteriële restdeeltjes in fijnstof (endotoxine) veroorzaakt door de hoge concentratie varkens in de regio de boosdoener zijn.

In Boekel dreven huisartsen de zaak op de spits. Zij riepen mensen op bezwaar te maken tegen megastallen met varkens of kippen, omdat die bedrijven de grote verspreiders van endotoxine zijn. Een huisarts sprak zelfs van volksverlakkerij toen de gemeente samen met de GGD een 'sussende' informatieavond had gehouden in Venhorst.

In Grubbenvorst steunen vijftig huisartsen en specialisten uit de regio de protesten tegen de komst van een megastal. Megastallen vergroten de kans op infectieziekten die van dier op mens worden overgedragen. Daar gaan de vijftig deskundigen vanuit. Want de signalen zijn er. Een deugdelijk onderzoek ontbreekt alleen, dus is een causaal verband tussen intensieve veehouderij en de gevolgen daarvan voor de gezondheid van omwonenden (nog) niet aangetoond. De grote vraag is nu: waarom weet niemand precies hoe het zit? Of beter nog: waarom wordt nog steeds niet uitgezocht hoe het precies zit?

Nu ligt er een voorstel om in twaalf maanden tijd de situatie in tenminste drie Brabantse gemeenten te onderzoeken. GGD, RIVM (Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieuhygiëne), NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) en IRAS, een interfacultair onderzoeksinstituut van de universiteit van Utrecht, hebben daartoe een voorstel geschreven. Maar nog steeds willen de overheden er niet aan. Nu gaat het zogenoemd om het geld. De provincie wil wel meebetalen, maar de minister van Landbouw moet de verantwoordelijkheid op zich nemen. Verburg zit daar niet op te wachten, zo heeft ze het afgelopen jaar al laten merken. Deze minister heeft tot nu toe zelfs volgehouden dat een dergelijk onderzoek helemaal niet nodig is. Hoe je het ook wendt of keert: met de resultaten van een onderzoek moet je ook iets doen. Dat kan nog weleens verstrekkende gevolgen hebben.

Inmiddels kunnen de overheden de roep om duidelijkheid niet meer negeren. Medici en omwonenden roeren zich en de discussie wordt steeds feller. In april neemt Verburg, zo heeft ze beloofd, een besluit.

Ondertussen dendert de trein van de reconstructie door. Neem een gemeente als Oirschot. Met ruim tienduizend hectare grondgebied een van de grootste gemeenten in Brabant. (Ter vergelijking: de stad Eindhoven heeft een oppervlakte van nog geen negenduizend ha.) Veel grond, veel buitengebied, veel te reconstrueren en dus boeren die verplaatst moeten worden.

Die Oirschotse boeren willen natuurlijk vooruit. Met de machtige lobby van de ZLTO achter zich, gáán die boeren ook vooruit. De overheid heeft besloten dat het anders moet sinds de varkenspest van enkele jaren geleden. Er moeten varkensvrije zones komen om de natuur en dorpsranden te verlossen van de overlast van veehouderijen.

In Oirschot wil de gemeenteraad beperkingen opleggen aan de bedrijfsgrootte om grote megastallen tegen te houden. Dat streven is echter nog niet vertaald in het bestemmingsplan voor het landbouw ontwikkelingsgebied Langereijt. De zorgen van omwonenden zijn niet weggenomen. In een daartoe opgerichte stichting zijn omwonenden van het toekomstig landbouw ontwikkelingsgebied Langereijt verzameld om de komst van heel veel varkens op een klein stukje grond tegen te gaan.

Geef ze eens ongelijk, durft projectleider Jack van Dijk, hardop te zeggen. Hij is door Oirschot, Hilvarenbeek en Oisterwijk ingehuurd om de landbouw-ontwikkelingsgebieden in die gemeenten in te richten. "Een lokaal onderzoek is niet zinvol. Het enige wat we nu kunnen doen is vertellen wat we wel en niet weten", aldus Van Dijk.

De verantwoordelijke wethouder in Oirschot, Ted van de Loo (Dorpsvisie, Reconstructie) schetst hoe hij rekening moet houden met al zijn inwoners. " De reconstructie ligt er en wij willen familiebedrijven in Oirschot graag vooruit helpen. Maar aan de andere kant is helemaal geen rekening gehouden met het gezondheidsvraagstuk. Bewoners zijn daar terecht bezorgd over."

Het vraagstuk ligt nu ongevraagd wel op het bordje van de gemeenten, terwijl die geen raad weten met de vragen over de volksgezondheid. De overheden falen in het maken van samenhangend beleid, want met volksgezondheid is helemaal geen rekening gehouden. Vandaar de vraag: waar blijven de overheden?

(Bron: Eindhovens Dagblad, Kim Spanjers, 4-3-'09)

Behoud de Parel