Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 14 oktober 2016 organiseerde het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid haar jaarlijkse symposium. Dit jaar was het thema 'Van kennis naar toepassing in de praktijk: samen aan de slag!'. Vanuit Behoud de Parel namen twee leden deel aan het symposium, André Vollenberg en Paul Geurts.

Het symposium werd gehouden in de Brabanthallen in 's-Hertogenbosch. Meer dan 250 mensen voerden op vrijdag 14 oktober een levendige discussie over de relatie tussen gezondheid en de intensieve veehouderij in Nederland.

In de toepasselijke setting van de aloude Brabantse veemarkthallen hield het Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid haar tweede jaarsymposium. Met een rijk palet van open dialogen tussen boeren, burgers en overheid probeerde het Kennisplatform oplossingsrichtingen voor de intensieve veehouderij te verkennen.

Samen verder komen in een land waar veel mensen én veel dieren wonen
Brede steun voor een APK voor veehouderijen, met elkaar in gesprek gaan op lokaal niveau en ondertussen werken aan het verlagen van de uitstoot van fijnstof, ook bij de bestaande bedrijven. Dat zijn in hoofdlijnen de conclusies. Het is tijd om aan de slag te gaan met oplossingen die het voor alle partijen beter maakt.

Context
In Nederland leven veel mensen relatief dicht bij veehouderijen. Dit roept vragen op over gezondheid, wetten en regels, veilig wonen en ondernemen. Het door de overheid en het bedrijfsleven ingestelde 'Kennisplatform Veehouderij en Humane Gezondheid' is sinds een jaar de objectieve en betrouwbare bron van kennis voor iedereen met vragen over de relatie tussen veehouderij en de gezondheid van mensen. Professionals van bijvoorbeeld gezondheidsdiensten, milieuorganisaties en de agrarische sector kunnen zo de juiste antwoorden geven op vragen die zij krijgen. 

VGO-onderzoek Dick Heederik: "Secundaire fijnstof uit veehouderij negatiever voor gezondheid dan uitstoot auto's".
Het symposium startte met een inleiding door Dick Heederik (Universiteit Utrecht) onder de titel "De laatste inzichten in de relatie tussen veehouderij en gezondheid (zie bijlage). Hij herhaalde bevindingen zoals die waren opgetekend in het onderzoek dat onder zijn leiding in opdracht van het RIVM was uitgevoerd (zie eerder artikel op deze site en het onderzoek Veehouderij Gezondheid Omwonenden (VGO-rapport). Hij wees er op dat rond pluimveebedrijven meer longontstekingen opgelopen worden door mensen en dat bij COPD-patiënten in de nabijheid van IV-bedrijven meer exacerbaties (medische term voor toename van ziektesymptomen) worden geconstateerd. De term exacerbaties wordt gebruikt voor chronische aandoeningen die een wisselende mate van activiteit vertonen. Er wordt van een exacerbatie gesproken als de ziekte meer actief wordt, na een tijdlang weinig of geen activiteit te hebben vertoond). Ook is sprake van verminderde longfunctie bij omwonenden van een IV-bedrijf en is er sprake van verhoogde blootstelling aan componenten afkomstig van veehouderijen. De toename van zogenaamde endotoxines ( celwandbestanddelen van bacteriën. die vrijkomen bij beschadiging of dood van de bacterie). De toxines hechten zich aan fijnstof en bereiken via die weg de longen van mensen) zijn een belangrijke oorzaak van de verslechterde gezondheidssituatie rondom veehouderijen, aldus Heederik.

In zijn inleiding benadrukte Heederik een ander probleem dat samen hangt met de Intensieve Veehouderij. Het ontstaan van zogenaamde secundaire fijnstof. Verbindingen van ammoniak en stikstofoxides blijken verantwoordelijk voor het grootste deel van het secundaire fijnstof. Dit zogenaamde ultra-fijnstof PM 2.5 is het meest schadelijk voor de gezondheid van de mens. De agrarische sector draagt door energieverbruik en ammoniakuitstoot uit de veehouderij en akkerbouw in grote mate bij aan het fijnstofniveau in de wijde omgeving. Heederik schat dit gezondheidsprobleem als hoger in dan de uitstoot in het verkeer. Waar de verkeersemmissie afneemt, neemt de uitstoot uit de veehouderij aanmerkelijk toe. Deze is inmiddels zelfs de belangrijkste bron van fijnstof geworden! Mest uitrijden in Zeeland kan bij oostenwind COPD-patiënten in Londen treffen. “Het sterkste effect op de gezondheid (verminderde longfunctie) zagen we op dagen met hogere concentratie ammoniak." Deze constatering betekent dat we dit specifieke onderdeel van het probleem niet per gemeente of provincie en zelfs niet landelijk moeten aanpakken, maar minstens op Europees niveau, aldus Heederik. Hij gaf aan dat er naar dit fenomeen nog verder onderzoek plaats vindt.

Heederik plaatste tenslotte de conclusies van het VGO-onderzoek in de maatschappelijke context. Uit het onderzoek komt een lokale opgave voort die een integrale aanpak verlangt, gericht op het verminderen van fijnstof en endotoxinen. Later benoemd als de drie-sterrenaanpak voor dier, boer en omwonenden. Heederik geeft aan dat er momenteel gewerkt wordt aan een nieuw toetsingskader voor endotoxinenuitstoot voor veehouderijen. Een toetsingskader voor fijnstof en geur was er al wel.

APK voor veehouderijen
In een tweetal podiumdebatten die na de inleiding van Heederik volgden, pleitte Aart de Kruijf, wethouder gemeente Barneveld voor een APK voor veehouderijbedrijven. Het gaat om actie en innovatie. In gebieden met een hoge concentratie moet je kijken naar de bestaande bedrijven die niet om vernieuwing vragen. Komen ze niet naar ons toe, dan zullen we zelf op hen moeten afstappen en het gesprek aangaan.
Het probleem moet bij de basis aangepakt worden en dat is de stal. De vergunning moet worden nageleefd: luchtwassers moeten aan staan.
Meer investeren in het klimaat in de stal, dat is beter voor het dier en voor de mens. Daar is experimenteerruimte voor nodig. Het duurt nu veel te lang voor de hogere overheden met toezeggingen komen." Anderen pleiten voor een fundamentelere aanpak door kortweg het aantal dieren aanzienlijk te verminderen.

Vernieuwing van bedrijven kost tijd
Ook Eric Hubers van Avined, de brancheorganisatie van de pluimveesector, benadrukt dat de verplichte overstap in 2012 van de legbatterij met een minimale uitstoot van stof, naar de dierenwelzijnsvriendelijke stallen de problematiek enorm heeft verergerd. Hubers vraagt de aanwezigen om tijd om bedrijven te kunnen vernieuwen: "Want door toepassing van de nieuwste technieken kunnen we een groot deel van de problemen oplossen, daar zijn we volop mee bezig en dat kost tijd. Het moet ook rendabel blijven”. Anne-Marie Spierings, gedeputeerde Provincie Brabant: “Gemakkelijkste maatregel is een slot op de bedrijven, maar dat willen we niet. De aanpak moet werken voor omgeving en veehouderij, zodat innovatie kan doorgaan en goede bedrijven zich blijven ontwikkelen."

Vergeet de maatschappelijke onrust niet, er is te veel wantrouwen
Huisarts Alfons Olde Loohuis, bekend van de Q-koorts, roept het platform op haar licht op te steken in de regio en daar kennis te verspreiden, dicht bij de basis waar de maatschappelijke onrust leeft. Marga Jacobs, voorzitter Vereniging Leefmilieu is blij met iedere stap naar verbetering maar dat is niet genoeg: "Wat doe je met het cumulatievraagstuk? Afspraken maken met individuele bedrijven lukt wel, maar het zijn er heel veel."

Overheid neemt maatregelen
Olaf Cornielje, namens Ministerie Infrastructuur en Milieu benadrukt dat het een combinatie van maatregelen moet zijn: "De wet dieraantallen komt voor de kerst. Het zal een mix van maatregelen zijn, elke overheid doet wat hij zelf kan. Natuurlijk discussies wat haalbaar is op korte termijn, korte stapjes vooruit. Innovatie is prima. Aanpakken bestaande situaties heeft op korte termijn het meeste effect."

Voor een uitgebreider verslag, zie de bijlage.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel